ECLI:NL:RBZWB:2023:8590
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen WOZ-beschikking wegens niet-ontvangen bezwaarschrift
Op 7 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Alphen-Chaam. De belanghebbende had beroep ingesteld omdat de heffingsambtenaar volgens haar niet tijdig had beslist op het bezwaar tegen de WOZ-beschikking voor het jaar 2022. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat het bezwaarschrift niet door de heffingsambtenaar was ontvangen. Dit betekende dat de ingebrekestelling en het beroep niet tijdig beslissen prematuur waren.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 25 februari 2022 ontving de partner van de belanghebbende een WOZ-beschikking. Op verzoek van de belanghebbende werd op 22 september 2022 een medebelanghebbende-beschikking afgegeven. De belanghebbende stelde op 23 september 2022 een bezwaarschrift te hebben ingediend, maar de heffingsambtenaar betwistte de ontvangst hiervan. De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om te reageren op deze betwisting, maar de belanghebbende kon geen bewijs van verzending overleggen.
De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat het bezwaarschrift was verzonden, waardoor de ingebrekestelling en het beroep niet tijdig beslissen niet ontvankelijk waren. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van mr. W.C.C. Koreman-de Bok, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.