ECLI:NL:RBZWB:2023:8428
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-onderzoek bij veroordeelden gegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel. De veroordeelde, geboren in 2004, had op 1 mei 2023 een bezwaarschrift ingediend, dat op 29 september 2023 in besloten raadkamer werd behandeld. De rechtbank hoorde de gemachtigd advocaat, mr. C.J.M. Jansen, en de officier van justitie, terwijl de veroordeelde zelf niet verscheen. De veroordeelde stelde dat het bepalen van zijn DNA-profiel niet van betekenis zou zijn voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten, gezien de aard van het misdrijf en zijn jonge leeftijd. Hij voelde zich gecriminaliseerd door de opname van zijn DNA in de databank.
De officier van justitie steunde het standpunt van de veroordeelde en stelde dat het DNA-onderzoek disproportioneel was, gezien de omstandigheden van het geval. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar gegrond was, omdat de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf was gepleegd, in combinatie met de leeftijd van de veroordeelde, maakten dat het bepalen en verwerken van het DNA-profiel niet gerechtvaardigd kon worden. De rechtbank verklaarde het bezwaar gegrond en beval de officier van justitie om het celmateriaal te vernietigen.
Deze beslissing is genomen door rechter mr. E.G.F. Vliegenberg en is openbaar uitgesproken op 13 oktober 2023.