Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
(hierna te noemen: beslagene)
(hierna te noemen: klager)
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), waaruit blijkt dat op 15 april 2021 onder klager in beslag is genomen: een personenauto van het merk/type Mercedes-Benz C180, voorzien van het [kenteken] (hierna: Mercedes);
- het klaagschrift, ingediend op 15 april 2021 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- de beschikking van de rechtbank onder raadkamernummer 21-005513 d.d 21 juli 2021;
- het proces-verbaal van de raadkamerbehandeling op 21 november 2022;
- de beschikking van de Hoge Raad op het beroep in cassatie onder raadkamernummer 21-005513 d.d. 30 mei 2023;
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).