ECLI:NL:RBZWB:2023:8368
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023, wordt beslist over de beroepen van belanghebbende B.V. tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De beroepen zijn gericht tegen aanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2016 tot en met 2019. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht voor deze zaak € 365,- bedraagt en dat dit bedrag binnen een bepaalde termijn betaald moet worden. De griffier had belanghebbende in een aangetekende brief van 30 maart 2023 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar belanghebbende heeft dit niet tijdig gedaan.
De rechtbank concludeert dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, wat betekent dat de beroepen niet inhoudelijk beoordeeld kunnen worden. De bestreden besluiten blijven daardoor in stand en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, dat binnen zes weken na verzending ingediend moet worden.