ECLI:NL:RBZWB:2023:8351

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
BRE 23-3236
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende had op 25 mei 2023 gereageerd op een exploot, dat door de heffingsambtenaar van de gemeente Halderberge als beroepschrift tegen een eerdere uitspraak op bezwaar werd aangemerkt. Het beroep betrof een aanslag onroerende zaakbelasting en rioolheffing. De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat het griffierecht van € 365,- niet was betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende op 14 juni 2023 en opnieuw op 13 juli 2023 had gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar dat de belanghebbende dit niet tijdig heeft gedaan. Er is geen verontschuldiging voor het niet betalen van het griffierecht gegeven, waardoor de rechtbank geen andere keuze had dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/3236

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 december 2023 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

(gesteld gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

De heffingsambtenaar van de gemeente Halderberge, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. Bij brief van 25 mei 2023 heeft belanghebbende gereageerd op een ontvangen exploot. De heffingsambtenaar heeft de brief aangemerkt als een beroepschrift tegen de uitspraak op bezwaar van 25 november 2022 en doorgezonden naar de rechtbank, omdat de rechtbank bevoegd is om het beroepschrift te behandelen. Het beroep ziet op de aanslag onroerende zaakbelasting en rioolheffing met [aanslagnummer] .
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 365,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft belanghebbende het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft belanghebbende bij brief van 14 juni 2023 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 13 juli 2023 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brief op 22 juli 2023 om 15:12 uur is afgehaald en dat voor ontvangst is getekend.
5. Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Belanghebbende heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 4 december 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.