ECLI:NL:RBZWB:2023:8235

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 december 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
BRE 23/2360 tot en met 23/2363
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet betalen griffierecht in belastingzaken

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 1 december 2023, zijn de beroepen van belanghebbende B.V. tegen de naheffingsaanslagen omzetbelasting over de jaren 2017 tot en met 2020 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald, ondanks herhaalde aanmaningen van de griffier. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier belanghebbende op 15 april 2023 heeft gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat er een termijn van vier weken is gesteld. Een tweede aanmaning volgde op 14 mei 2023, waarbij belanghebbende wederom in de gelegenheid werd gesteld om het griffierecht te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brief op 17 mei 2023 is bezorgd, maar dat belanghebbende het griffierecht niet heeft betaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/2360 tot en met 23/2363

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 december 2023 in de zaak tussen

[belanghebbende] B.V. , belanghebbende,

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. Bij brief van 3 april 2023 heeft belanghebbende nogmaals bezwaar willen maken, maar omdat er op 17 februari 2023 uitspraak op bezwaar is gedaan heeft de inspecteur het bezwaarschrift aangemerkt als een beroepschrift en doorgezonden naar de rechtbank. De rechtbank is bevoegd het beroep te behandelen. In deze uitspraak beslist de rechtbank over de beroepen van belanghebbende tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 17 februari 2023. De beroepen zien op de naheffingsaanslagen omzetbelasting over de jaren 2017 tot en met 2020 met aanslagnummers [aanslagnummer 1] F.01.7301 , [aanslagnummer 2] F.01.8501 , [aanslagnummer 3] F.01.9501. en [aanslagnummer 4] F.01.0211 .
1.1.
Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 365,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft belanghebbende het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft belanghebbende bij brief van 15 april 2023 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 14 mei 2023 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brief op 17 mei 2023 om 13:51 uur is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
5. Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Belanghebbende heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordeelt en dat de bestreden besluiten in stand blijven. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 1 december 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.