4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Verdachte wordt onder feit 1 verweten dat hij samen met anderen op 19 november 2022 te Breda de kentekenplaten van een Fiat 500 heeft gestolen. Onder de feiten 2 en 3 wordt verdachte verweten dat hij samen met anderen op 19 november 2022 heeft ingebroken bij de brandweerkazernes in Weert en Nederweert.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de politie op 19 november 2022 een melding kreeg van een diefstal van kentekenplaten van een Fiat 500 omstreeks 20:40 uur in de Bergschot in Breda. Door de melder, de heer [naam 1] , werd verteld dat hij zag dat er omstreeks 20:40 uur vier personen bij een witte Volkswagen Golf stonden en dat deze witte Volkswagen Golf stond geparkeerd naast een Fiat 500. Deze vier personen schenen met zaklampen ter hoogte van de motorkap van de Volkswagen Golf. Zeer kort daarna, toen [naam 1] terugliep naar de locatie waar de Fiat 500 stond, zag hij dat de Volkswagen Golf vertrokken was en dat de kentekenplaten van de Fiat 500 weg waren. Door de verbalisanten die ter plaatse waren gekomen, werd een onderzoek ingesteld rondom de Fiat 500. Terwijl zij bezig waren met dit onderzoek, kwam er een melding binnen van een mogelijke inbraak bij [bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf] ) in [plaats] . Het is de verbalisanten ambtshalve bekend dat bij [bedrijf] duur gereedschap wordt verkocht dat door criminelen wordt gebruikt voor strafbare feiten. Gelet hierop hebben zij direct via het Operationeel Centrum doorgegeven dat er aandacht moet zijn voor een witte Volkswagen Golf met valse kentekenplaten van een Fiat 500.
Naar aanleiding van de melding van omstreeks 20:50 uur van de mogelijke inbraak bij [bedrijf] , is verbalisant [slachtoffer] ter plaatse gegaan bij [bedrijf] . Daar zag [slachtoffer] een witte Volkswagen Golf rijden met de kentekenplaten [kenteken] . Aan de bestuurder werd een stopteken gegeven. De bestuurder voldeed niet aan het stopteken, waarna er een achtervolging ontstond. Uiteindelijk werd de Volkswagen Golf tot stilstand gebracht in België en werd verdachte samen met [medeverdachte] verderop aangehouden, nadat zij uit de Volkswagen Golf waren gesprongen en te voet nog eens geprobeerd hadden te vluchten. Op de Volkswagen Golf zaten de gestolen kentekenplaten van de Fiat 500 uit Breda. In de kofferbak werden onder andere twee accuspreiders en meerdere accu’s aangetroffen.
Feit 1: diefstal kentekenplaten
Gelet op de omstandigheid dat verdachte in de Volkswagen Golf is gevlucht met daarop de gestolen kentekenplaten van de Fiat 500 in combinatie met het zeer korte tijdsbestek tussen de diefstal van de kentekenplaten en het aantreffen ervan en de verklaring van [naam 1] dat hij vier personen met zaklampen zag schijnen bij een Volkswagen Golf die naast de betreffende Fiat 500 stond geparkeerd, is de rechtbank van oordeel dat het verdachte is geweest die – samen met anderen – de kentekenplaten van de Fiat 500 heeft gestolen. Zij acht het onder 1 primair tenlastegelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
[bedrijf]
Uit het proces-verbaal van bevindingen waarin de camerabeelden van [bedrijf] worden beschreven, blijkt dat twee personen bij [bedrijf] over het hek zijn geklommen en op het terrein hebben rondgelopen. Op de beelden is ook te zien dat deze personen met een zaklamp (mogelijk van een mobiele telefoon) door de ruiten van het pand naar binnen schijnen. De rechtbank stelt vast dat de twee personen die zich op het terrein van [bedrijf] hebben bevonden, verdachte en [medeverdachte] zijn. Dit volgt onder meer uit de verklaring van [medeverdachte] dat hij samen met verdachte op het terrein van [bedrijf] was omdat zij daar “iets moesten bekijken”.
De rechtbank overweegt dat [bedrijf] een bedrijf is dat is gespecialiseerd in hydraulisch gereedschap. De accuspreiders die in de Volkswagen Golf zijn aangetroffen betreffen ook hydraulisch gereedschap. Gelet op het voorgaande in combinatie met het feit dat verdachte in de Volkswagen Golf vanaf [bedrijf] is gevlucht voor de politie, stelt de rechtbank vast dat verdachte het plan had om bij [bedrijf] in te breken. Dit plan acht de rechtbank van belang gelet op de tenlastegelegde feiten onder 2 en 3.
Feiten 2 en 3: inbraken brandweerkazernes Nederweert en Weert
Door de politie is nagegaan waar de goederen die zijn aangetroffen in de Volkswagen Golf vandaan kwamen. Uit dit onderzoek is gebleken dat er twee aangiftes zijn gedaan namens de brandweerkazernes Weert en Nederweert. Uit deze aangiftes volgt dat er bij de brandweerkazerne in Weert op 19 november 2022 om 05:21 uur een inbraak heeft plaatsgevonden. Bij de brandweerkazerne in Nederweert heeft er op 19 november 2022 om 19:31 uur een inbraak plaatsgevonden. Bij deze twee inbraken zijn precies dezelfde soort accuspreiders en accu’s weggenomen als die zijn aangetroffen in de Volkswagen Golf. De rechtbank gaat er, ook mede gelet op de hierna volgende overwegingen, van uit dat de accuspreiders en accu’s die in de Volkswagen Golf zijn aangetroffen, de gestolen goederen van de inbraken bij de brandweerkazernes zijn.
Inbraak brandweerkazerne Nederweert
Uit de zendmastgegevens van de telefoons van verdachte en [medeverdachte] blijkt dat de telefoon van verdachte op 19 november 2022 om 18:28 uur een zendmast heeft aangestraald aan de Ouwijck in Nederweert. De telefoon van [medeverdachte] heeft deze zelfde zendmast aangestraald op 19 november 2022 om 19:31 uur. De brandweerkazerne in Nederweert valt onder het dekkingsgebied van deze zendmast. Gelet hierop in combinatie met het feit dat de gestolen accu spreider kort daarna in de Volkswagen Golf is aangetroffen én de omstandigheid dat verdachte het plan had om in te breken bij [bedrijf] en daar hydraulische gereedschap te stelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte (mede)verantwoordelijk is voor de inbraak bij de brandweerkazerne in Nederweert, waarbij de hydraulische knipschaar is gestolen.
Daarbij merkt de rechtbank nog op dat een aannemelijke verklaring van verdachte is uitgebleven. Alleen al het gegeven dat de gestolen accuspreider in een zeer kort tijdsbestek na de inbraak bij verdachte is aangetroffen, is – gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad – al voldoende om verdachte verantwoordelijk te houden voor de inbraak.
Inbraak brandweerkazerne Weert
Voor wat betreft de inbraak bij de brandweerkazerne in Weert overweegt de rechtbank als volgt. Uit de processen-verbaal van bevindingen van de politie blijkt dat bij de inbraak bij de brandweerkazerne in Weert een zelfde soort auto is te zien als de auto waarin verdachte is gevlucht. Op de camerabeelden is namelijk een witte Volkswagen Golf te zien met dezelfde soort stickers als de Volkswagen Golf waarin verdachte zat.
Verder blijkt uit de zendmastgegevens van de telefoons dat de telefoon van verdachte kort voor en kort na de inbraak, namelijk om 03:58 uur en om 05:58 uur, een zendmast bij de Sportstraat in Weert heeft aangestraald. De brandweerkazerne in Weert valt binnen het dekkingsgebied van deze zendmast. Ook blijkt hieruit dat de telefoons van verdachte en [medeverdachte] om 03:15 uur respectievelijk 03:16 uur de eerste zendmast in Nederland hebben aangestraald, namelijk in Roermond.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank het volgende vast. Verdachte is samen met [medeverdachte] midden in de nacht vanuit Duitsland naar Nederland gereden. Zij hebben samen, gedurende die ene dag dat zij in Nederland waren, ingebroken bij de brandweer Kazerne in Nederweert en de kentekenplaten van de Fiat 500 gestolen. Gedurende deze dag was verdachte constant samen met [medeverdachte] . Bij de inbraken bij de brandweerkazernes is hetzelfde soort goed weggenomen, namelijk een accuspreider. Dit soort goederen worden bij [bedrijf] – het bedrijf waar verdachte samen met [medeverdachte] heeft geprobeerd in te breken en van waar zij met de auto zijn gevlucht – verkocht en betreft aldus zeer specifiek soort goederen. Daar komt bij dat een brandweerkazerne geen gebruikelijke plek is om in te breken. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte en [medeverdachte] volgens vooropgezet plan hebben gehandeld en ter uitvoering van dat plan naar Nederland zijn gereden. De accuspreider die bij de brandweerkazerne in Weert is weggenomen is voorts teruggevonden in de Volkswagen Golf, hetgeen is vastgesteld aan de hand van de serienummers van de weggenomen en aangetroffen accuspreiders. Ook zijn er twee losse accu’s in de Volkswagen Golf aangetroffen, overeenkomend met de twee accu’s die weggenomen zijn bij de brandweerkazerne in Weert. Voorgaande omstandigheden tezamen genomen en in onderlinge samenhang bezien brengen de rechtbank tot het oordeel dat verdachte, naast de inbraak bij de brandweerkazerne in Nederweert, ook (mede)verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inbraak bij de brandweerkazerne in Weert.
Conclusie
De rechtbank acht alle drie de primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.