ECLI:NL:RBZWB:2023:8208

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
02-063116-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van diefstal en inbraken bij brandweerkazernes

Op 27 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van een diefstal en twee inbraken bij brandweerkazernes. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 13 november 2023, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsvrouw wel. De officier van justitie, mr. M. Kikkert, heeft de feiten als wettig en overtuigend bewezen geacht, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit vanwege onvoldoende bewijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 november 2022 samen met anderen kentekenplaten van een Fiat 500 heeft gestolen en heeft ingebroken bij de brandweerkazernes in Weert en Nederweert. De rechtbank oordeelde dat de bewijsmiddelen, waaronder aangiftes en zendmastgegevens, voldoende waren om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft de teruggave van in beslag genomen voorwerpen gelast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-063116-23
vonnis van de meervoudige kamer van 27 november 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ( [land] )
wonende te [woonadres]
raadsvrouw mr. K. Kuster, advocaat te Rotterdam

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 november 2023. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsvrouw. De officier van justitie, mr. M. Kikkert, en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte, samen met anderen, zich schuldig heeft gemaakt aan een diefstal en twee inbraken. Subsidiair zijn deze diefstal en twee inbraken ten laste gelegd als opzetheling.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht op grond van het dossier alle drie de primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Hij baseert zich daarbij, kort gezegd, op de aangiftes namens de brandweerkazernes Weert en Nederweert, de processen-verbaal van bevindingen van de politie en de zendmastgegevens van de telefoons van verdachte en de [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ). Daar komt bij dat verdachte, samen met [medeverdachte] , reed in de Volkswagen Golf waarop de gestolen kentekenplaten van de Fiat 500 zaten. In de kofferbak van de Golf lagen de gestolen knipscharen. Verdachte heeft voor het voorhanden hebben van deze gestolen goederen geen aannemelijke verklaring gegeven.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De Volkswagen Golf is weliswaar gezien bij de inbraken, maar niet is gebleken dat verdachte ook in de Volkswagen Golf zat ten tijde van de inbraken. Bovendien plaatsen de zendmastgegevens verdachte weliswaar in de buurt van de inbraken, maar niet op de exacte locatie waar de inbraken zijn gepleegd. Tot slot blijkt uit het dossier niet dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.
Ook de subsidiair tenlastegelegde opzethelingen kunnen niet wettig en overtuigend worden bewezen. Immers, niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist dat de kentekenplaten en accu-spreiders gestolen waren.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Verdachte wordt onder feit 1 verweten dat hij samen met anderen op 19 november 2022 te Breda de kentekenplaten van een Fiat 500 heeft gestolen. Onder de feiten 2 en 3 wordt verdachte verweten dat hij samen met anderen op 19 november 2022 heeft ingebroken bij de brandweerkazernes in Weert en Nederweert.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de politie op 19 november 2022 een melding kreeg van een diefstal van kentekenplaten van een Fiat 500 omstreeks 20:40 uur in de Bergschot in Breda. Door de melder, de heer [naam 1] , werd verteld dat hij zag dat er omstreeks 20:40 uur vier personen bij een witte Volkswagen Golf stonden en dat deze witte Volkswagen Golf stond geparkeerd naast een Fiat 500. Deze vier personen schenen met zaklampen ter hoogte van de motorkap van de Volkswagen Golf. Zeer kort daarna, toen [naam 1] terugliep naar de locatie waar de Fiat 500 stond, zag hij dat de Volkswagen Golf vertrokken was en dat de kentekenplaten van de Fiat 500 weg waren. Door de verbalisanten die ter plaatse waren gekomen, werd een onderzoek ingesteld rondom de Fiat 500. Terwijl zij bezig waren met dit onderzoek, kwam er een melding binnen van een mogelijke inbraak bij [bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf] ) in [plaats] . Het is de verbalisanten ambtshalve bekend dat bij [bedrijf] duur gereedschap wordt verkocht dat door criminelen wordt gebruikt voor strafbare feiten. Gelet hierop hebben zij direct via het Operationeel Centrum doorgegeven dat er aandacht moet zijn voor een witte Volkswagen Golf met valse kentekenplaten van een Fiat 500.
Naar aanleiding van de melding van omstreeks 20:50 uur van de mogelijke inbraak bij [bedrijf] , is verbalisant [slachtoffer] ter plaatse gegaan bij [bedrijf] . Daar zag [slachtoffer] een witte Volkswagen Golf rijden met de kentekenplaten [kenteken] . Aan de bestuurder werd een stopteken gegeven. De bestuurder voldeed niet aan het stopteken, waarna er een achtervolging ontstond. Uiteindelijk werd de Volkswagen Golf tot stilstand gebracht in België en werd verdachte samen met [medeverdachte] verderop aangehouden, nadat zij uit de Volkswagen Golf waren gesprongen en te voet nog eens geprobeerd hadden te vluchten. Op de Volkswagen Golf zaten de gestolen kentekenplaten van de Fiat 500 uit Breda. In de kofferbak werden onder andere twee accuspreiders en meerdere accu’s aangetroffen.
Feit 1: diefstal kentekenplaten
Gelet op de omstandigheid dat verdachte in de Volkswagen Golf is gevlucht met daarop de gestolen kentekenplaten van de Fiat 500 in combinatie met het zeer korte tijdsbestek tussen de diefstal van de kentekenplaten en het aantreffen ervan en de verklaring van [naam 1] dat hij vier personen met zaklampen zag schijnen bij een Volkswagen Golf die naast de betreffende Fiat 500 stond geparkeerd, is de rechtbank van oordeel dat het verdachte is geweest die – samen met anderen – de kentekenplaten van de Fiat 500 heeft gestolen. Zij acht het onder 1 primair tenlastegelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
[bedrijf]
Uit het proces-verbaal van bevindingen waarin de camerabeelden van [bedrijf] worden beschreven, blijkt dat twee personen bij [bedrijf] over het hek zijn geklommen en op het terrein hebben rondgelopen. Op de beelden is ook te zien dat deze personen met een zaklamp (mogelijk van een mobiele telefoon) door de ruiten van het pand naar binnen schijnen. De rechtbank stelt vast dat de twee personen die zich op het terrein van [bedrijf] hebben bevonden, verdachte en [medeverdachte] zijn. Dit volgt onder meer uit de verklaring van [medeverdachte] dat hij samen met verdachte op het terrein van [bedrijf] was omdat zij daar “iets moesten bekijken”.
De rechtbank overweegt dat [bedrijf] een bedrijf is dat is gespecialiseerd in hydraulisch gereedschap. De accuspreiders die in de Volkswagen Golf zijn aangetroffen betreffen ook hydraulisch gereedschap. Gelet op het voorgaande in combinatie met het feit dat verdachte in de Volkswagen Golf vanaf [bedrijf] is gevlucht voor de politie, stelt de rechtbank vast dat verdachte het plan had om bij [bedrijf] in te breken. Dit plan acht de rechtbank van belang gelet op de tenlastegelegde feiten onder 2 en 3.
Feiten 2 en 3: inbraken brandweerkazernes Nederweert en Weert
Door de politie is nagegaan waar de goederen die zijn aangetroffen in de Volkswagen Golf vandaan kwamen. Uit dit onderzoek is gebleken dat er twee aangiftes zijn gedaan namens de brandweerkazernes Weert en Nederweert. Uit deze aangiftes volgt dat er bij de brandweerkazerne in Weert op 19 november 2022 om 05:21 uur een inbraak heeft plaatsgevonden. Bij de brandweerkazerne in Nederweert heeft er op 19 november 2022 om 19:31 uur een inbraak plaatsgevonden. Bij deze twee inbraken zijn precies dezelfde soort accuspreiders en accu’s weggenomen als die zijn aangetroffen in de Volkswagen Golf. De rechtbank gaat er, ook mede gelet op de hierna volgende overwegingen, van uit dat de accuspreiders en accu’s die in de Volkswagen Golf zijn aangetroffen, de gestolen goederen van de inbraken bij de brandweerkazernes zijn.
Inbraak brandweerkazerne Nederweert
Uit de zendmastgegevens van de telefoons van verdachte en [medeverdachte] blijkt dat de telefoon van verdachte op 19 november 2022 om 18:28 uur een zendmast heeft aangestraald aan de Ouwijck in Nederweert. De telefoon van [medeverdachte] heeft deze zelfde zendmast aangestraald op 19 november 2022 om 19:31 uur. De brandweerkazerne in Nederweert valt onder het dekkingsgebied van deze zendmast. Gelet hierop in combinatie met het feit dat de gestolen accu spreider kort daarna in de Volkswagen Golf is aangetroffen én de omstandigheid dat verdachte het plan had om in te breken bij [bedrijf] en daar hydraulische gereedschap te stelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte (mede)verantwoordelijk is voor de inbraak bij de brandweerkazerne in Nederweert, waarbij de hydraulische knipschaar is gestolen.
Daarbij merkt de rechtbank nog op dat een aannemelijke verklaring van verdachte is uitgebleven. Alleen al het gegeven dat de gestolen accuspreider in een zeer kort tijdsbestek na de inbraak bij verdachte is aangetroffen, is – gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad – al voldoende om verdachte verantwoordelijk te houden voor de inbraak.
Inbraak brandweerkazerne Weert
Voor wat betreft de inbraak bij de brandweerkazerne in Weert overweegt de rechtbank als volgt. Uit de processen-verbaal van bevindingen van de politie blijkt dat bij de inbraak bij de brandweerkazerne in Weert een zelfde soort auto is te zien als de auto waarin verdachte is gevlucht. Op de camerabeelden is namelijk een witte Volkswagen Golf te zien met dezelfde soort stickers als de Volkswagen Golf waarin verdachte zat.
Verder blijkt uit de zendmastgegevens van de telefoons dat de telefoon van verdachte kort voor en kort na de inbraak, namelijk om 03:58 uur en om 05:58 uur, een zendmast bij de Sportstraat in Weert heeft aangestraald. De brandweerkazerne in Weert valt binnen het dekkingsgebied van deze zendmast. Ook blijkt hieruit dat de telefoons van verdachte en [medeverdachte] om 03:15 uur respectievelijk 03:16 uur de eerste zendmast in Nederland hebben aangestraald, namelijk in Roermond.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank het volgende vast. Verdachte is samen met [medeverdachte] midden in de nacht vanuit Duitsland naar Nederland gereden. Zij hebben samen, gedurende die ene dag dat zij in Nederland waren, ingebroken bij de brandweer Kazerne in Nederweert en de kentekenplaten van de Fiat 500 gestolen. Gedurende deze dag was verdachte constant samen met [medeverdachte] . Bij de inbraken bij de brandweerkazernes is hetzelfde soort goed weggenomen, namelijk een accuspreider. Dit soort goederen worden bij [bedrijf] – het bedrijf waar verdachte samen met [medeverdachte] heeft geprobeerd in te breken en van waar zij met de auto zijn gevlucht – verkocht en betreft aldus zeer specifiek soort goederen. Daar komt bij dat een brandweerkazerne geen gebruikelijke plek is om in te breken. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte en [medeverdachte] volgens vooropgezet plan hebben gehandeld en ter uitvoering van dat plan naar Nederland zijn gereden. De accuspreider die bij de brandweerkazerne in Weert is weggenomen is voorts teruggevonden in de Volkswagen Golf, hetgeen is vastgesteld aan de hand van de serienummers van de weggenomen en aangetroffen accuspreiders. Ook zijn er twee losse accu’s in de Volkswagen Golf aangetroffen, overeenkomend met de twee accu’s die weggenomen zijn bij de brandweerkazerne in Weert. Voorgaande omstandigheden tezamen genomen en in onderlinge samenhang bezien brengen de rechtbank tot het oordeel dat verdachte, naast de inbraak bij de brandweerkazerne in Nederweert, ook (mede)verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inbraak bij de brandweerkazerne in Weert.
Conclusie
De rechtbank acht alle drie de primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 19 november 2022 te Breda tezamen en in vereniging met anderen meerdere kentekenplaten, die aan [naam 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
op 19 november 2022 te Weert tezamen en in vereniging met een of meer anderen een Accu spreider (merk Weber Rescue type SPS270) en meerdere accu's, die aan Brandweer Weert toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak;
3
op 19 november 2022 te Nederweert tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een elektrische spreider (merk Weber, type E-force SPS270), die aan Brandweer Nederweert toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, bepleit de verdediging gelet op de Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS)-oriëntatiepunten en het feit dat verdachte op dit moment gedetineerd zit in Duitsland, te volstaan met een gevangenisstraf die gelijk is aan het voorarrest.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich op één dag schuldig gemaakt aan drie strafbare feiten. Hij is op 19 november 2022 samen met anderen vanuit Duitsland naar Nederland gereden. Zij hebben allereerst heel vroeg in de ochtend een inbraak gepleegd bij de brandweerkazerne in Weert. Vervolgens hebben zij ’s avonds een inbraak gepleegd bij de brandweerkazerne in Nederweert. Bij deze twee inbraken heeft verdachte twee accuspreiders en meerdere accu’s weggenomen. De rechtbank acht dit zeer ernstige feiten. Dit omdat inbraken vaak flinke schade veroorzaken bij de slachtoffers, maar vooral ook omdat verdachte heeft ingebroken bij twee brandweerkazernes. De accuspreiders en accu’s die verdachte daar heeft weggenomen, betreffen gereedschap dat is bedoeld om mensen te helpen die in nood verkeren.
Na de inbraak bij de brandweerkazerne in Nederweert is verdachte doorgereden naar Breda om daar vervolgens twee kentekenplaten te stelen van een Fiat 500. Dit heeft verdachte gedaan zodat hij niet gepakt zou worden voor de twee inbraken die hij daarvoor had gepleegd en die hij daarna nog wilde plegen. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij de inbraken en diefstal op deze wijze heeft gepland en dus doelbewust op pad is gegaan.
De rechtbank weegt verder in het nadeel van verdachte mee dat hij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Zo heeft hij zich bij de politie vrijwel steeds op zijn zwijgrecht beroepen en is hij bovendien niet ter zitting verschenen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan worden volstaan. Zij acht de eis van de officier van justitie passend en geboden en zal aan verdachte opleggen een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.Het beslag

De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in beslag genomen iPhone’s aan verdachte, aangezien die voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.
De teruggave aan rechthebbende
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in beslag genomen kentekenplaten aan [naam 2] , omdat zij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De verbeurdverklaring
De in beslag genomen breekijzer en bijl zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. Deze voorwerpen zijn in deze context bestemd voor het begaan van strafbare feiten.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2:diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 3:diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een Apple iPhone (goednummer: 2533888) en een Apple iPhone (goednummer: 2533892);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten twee stuks kentekenplaten (goednummer: 2531569);
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een bijl (omschrijving: G2531602) en een breekijzer (omschrijving: G2531606).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.M. Speekenbrink, voorzitter, mr. T.M. Brouwer en mr. M.E. de Boer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.C.L.J. Luijten, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 november 2023.
Mr. T.M. Brouwer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.