In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar verzoek van 14 april 2022 om herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 7 juni 2023 verweerder in gebreke gesteld, en sindsdien zijn er twee weken verstreken zonder dat er een nieuw besluit is genomen. De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen twee weken na verzending van deze uitspraak moet beslissen op de aanvraag.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, en dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 november 2023 en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.