ECLI:NL:RBZWB:2023:8009
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens overschrijding van de bezwaartermijn in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen, waarbij de belanghebbende bezwaar heeft gemaakt tegen de beslissing van de inspecteur van 28 juli 2022. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard omdat het niet tijdig is ingediend. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken, en deze termijn is overschreden. De rechtbank stelt vast dat de belanghebbende geen verontschuldigingen heeft aangedragen voor de termijnoverschrijding, waardoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechtbank wijst erop dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift begint op de dag na de dagtekening van het aanslagbiljet. In dit geval was de dagtekening 25 mei 2021, en de termijn eindigde op 6 juli 2021. Het bezwaarschrift is pas op 11 november 2021 ontvangen, wat betekent dat het te laat is ingediend. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat de uitspraak op bezwaar in stand blijft. Daarnaast verklaart de rechtbank zich onbevoegd voor zover het beroep ziet op de ambtshalve beslissing van de inspecteur, aangezien deze beslissing niet voor bezwaar en beroep vatbaar is. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.