ECLI:NL:RBZWB:2023:8006
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens overschrijding bezwaartermijn in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen, waarbij de belanghebbende bezwaar heeft gemaakt tegen de beslissing van de inspecteur van 6 januari 2023. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard omdat het niet tijdig is ingediend. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken, en in dit geval eindigde deze termijn op 8 juli 2022. Het bezwaarschrift is pas op 10 augustus 2022 ontvangen, wat betekent dat het te laat is ingediend. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor deze termijnoverschrijding, waardoor de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De rechtbank wijst erop dat het indienen van een bezwaarschrift na de termijn onder bepaalde voorwaarden alsnog tijdig kan zijn, maar in dit geval zijn die voorwaarden niet vervuld. De rechtbank verklaart zich onbevoegd voor zover het beroep is gericht tegen de beslissing van de inspecteur om de naheffingsaanslag niet ambtshalve te verminderen, aangezien deze beslissing niet voor bezwaar en beroep vatbaar is. De rechtbank besluit het beroep ongegrond te verklaren, waardoor de uitspraak op bezwaar in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden tot verzet.