In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, de exploitant van een café, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Breda van 12 september 2023, waarin de nachtontheffing van haar café werd ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van dit besluit toegewezen.
Het onderzoek ter zitting vond plaats op 1 november 2023 in Breda, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigden, mr. M.P. Wolf en een andere vertegenwoordiger. De burgemeester werd vertegenwoordigd door mr. S.C.M. Wulms en mr. M. Voesenek. De intrekking van de nachtontheffing was gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie, waarin melding werd gemaakt van een geweldsincident dat zich had voorgedaan in en voor het café.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de rapportage onvoldoende bewijs bood voor de intrekking van de nachtontheffing. De camerabeelden en getuigenverklaringen waren niet beschikbaar gesteld, waardoor de juistheid van het verslag niet kon worden beoordeeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om het besluit te rechtvaardigen en schorste het besluit tot twee weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster.