Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 2.418,82, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- het schrijven d.d. 2 december 2022 inhoudende de beslissing tot teruggave van het beslag;
- de schriftelijke conclusie van het Openbaar Ministerie;
2.De beoordeling
€ 2.418,82is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen. Hierbij is van belang dat de advocaat in raadkamer heeft toegelicht dat de gedeclareerde werkzaamheden enkel zien op het klaagschrift en verzoeker een vreemdeling betreft. De advocaat moest derhalve persoonlijk naar het huis van bewaring om verzoeker het klaagschrift in te laten trekken.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 1.814,46zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden TDNL Strafrechtadvocaten, onder vermelding van “ [kenmerk] ”.