ECLI:NL:RBZWB:2023:7790
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen nihilaangifte omzetbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. Belanghebbende had een nihilaangifte omzetbelasting ingediend voor het tijdvak van 1 juli tot en met 30 september 2021, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank behandelt de zaak en concludeert dat belanghebbende geen belang heeft bij het bezwaar, omdat het niet kan leiden tot een betere positie met betrekking tot de omzetbelasting over het betreffende tijdvak. De rechtbank wijst erop dat het indienen van een nihilaangifte geen recht geeft op teruggaaf van belasting, en dat eerdere afspraken met de Belastingdienst niet rechtvaardigen dat het bezwaar inhoudelijk behandeld zou worden.
De rechtbank heeft op 27 september 2023 de zaak behandeld, maar belanghebbende was niet aanwezig. De gemachtigde had een verdagingsverzoek ingediend, dat door de rechtbank werd afgewezen. De rechtbank concludeert dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, en dat de beroepsgrond van belanghebbende, dat zij erop mocht vertrouwen dat het bezwaar inhoudelijk zou worden behandeld, niet slaagt. De uitspraak op bezwaar blijft in stand, en belanghebbende krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.