ECLI:NL:RBZWB:2023:767
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omkering en verzwaring van de bewijslast bij niet ingediende aangifte inkomstenbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 februari 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, evenals een aanslag voor de Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Belanghebbende had geen aangifte ingediend, ondanks meerdere uitnodigingen en een verleend uitstel. De rechtbank behandelt de vraag of de inspecteur terecht de verzoeken van belanghebbende om de aanslagen ambtshalve te verminderen heeft afgewezen.
De rechtbank concludeert dat de inspecteur de aanslagen terecht heeft opgelegd, gezien de omkering en verzwaring van de bewijslast die van toepassing is wanneer geen aangifte wordt gedaan. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur een redelijke schatting heeft gemaakt van het inkomen uit werk en woning, en dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat de aanslagen te hoog zijn. Daarnaast wordt de verzuimboete van € 984 wegens het niet tijdig doen van aangifte als terecht beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de aanslagen en de verzuimboete in stand blijven, en belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.