In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar verzoek van 28 januari 2021 om herbeoordeling van de situatie van de belanghebbende met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 1 november 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond is. Dit is mogelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft op 27 oktober 2022 verweerder in gebreke gesteld, en sindsdien zijn er twee weken verstreken zonder dat er een nieuw besluit is genomen. De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen twee weken na verzending van deze uitspraak moet beslissen op de aanvraag.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de termijn voor het nemen van een vooraankondiging wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten en het griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.