ECLI:NL:RBZWB:2023:7444

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 oktober 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
AWB- 23_2594
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren tegen verlenging beslistermijnen handhavingsverzoeken

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het niet-ontvankelijk verklaren van hun bezwaren gericht tegen het verlengen van de termijnen waarbinnen op hun handhavingsverzoeken beslist dient te worden. Bij besluit van 20 september 2022 heeft het college de beslistermijn van een aantal door eisers ingediende handhavingsverzoeken verlengd. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Met het bestreden besluit van 7 maart 2023 is het bezwaarschrift van eisers niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2023 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van eisers en de gemachtigden van het college aanwezig waren.

Eisers hebben het college op verschillende data in juli en augustus 2022 schriftelijk verzocht om handhavend op te treden bij een groot aantal panden binnen de gemeente Veere, die volgens hen in strijd met het bestemmingsplan en de Huisvestingsverordening tweede woningen 2019 worden gebruikt. Het college heeft de beslistermijnen op deze handhavingsverzoeken verlengd tot 1 juli 2023. Het bestreden besluit van 7 maart 2023 verklaart het bezwaarschrift van eisers niet-ontvankelijk.

De rechtbank beoordeelt of het college terecht het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en legt uit dat een besluit waarbij de termijn om te beslissen op een verzoek om handhaving wordt verlengd, een beslissing is die ziet op de procedure ter voorbereiding van een besluit. Op grond van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht is een dergelijke beslissing niet vatbaar voor bezwaar of beroep, tenzij deze beslissing de belanghebbende rechtstreeks in zijn belang treft. De rechtbank concludeert dat dit in het voorliggende geval niet aan de orde is, en dat het belang van eisers bij het besluit om de beslistermijn te verlengen niet los kan worden gezien van hun belang bij de inhoudelijke beslissing op hun handhavingsverzoeken. Daarom is er geen aanleiding om aan te nemen dat in dit geval een uitzondering op de regel zou moeten worden gemaakt.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor eisers het griffierrecht niet terugkrijgen en ook geen vergoeding van hun proceskosten ontvangen. Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, en openbaar gemaakt op 27 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2594 GEMWT

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 oktober 2023 in de zaak tussen

[eisers] , uit [plaats] , eisers

(gemachtigde: [gemachtigde 1] ),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, het college

(gemachtigden: [gemachtigde 2] en [gemachtigde 3] ).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het niet-ontvankelijk verklaren van hun bezwaren gericht tegen het verlengen van de termijnen waarbinnen op hun handhavingsverzoeken beslist dient te worden.
1.2.
Bij besluit van 20 september 2022 heeft het college de beslistermijn van een aantal door eisers ingediende handhavingsverzoeken verlengd. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Met het bestreden besluit van 7 maart 2023 is het bezwaarschrift van eisers niet-ontvankelijk verklaard.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eisers en de gemachtigden van het college.
Wat zijn de feiten?
2. Eisers hebben het college op 20 juli 2022, 22 juli 2022, 25 juli 2022, 27 juli 2022, 1 augustus 2022, 2 augustus 2022 en 8 augustus 2022 schriftelijk verzocht om handhavend op te treden bij een groot aantal panden binnen de gemeente Veere die volgens eisers in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en/of de Huisvestingsverordening tweede woningen 2019 en/of de Huisvestingswet worden gebruikt.
3. Bij besluit van 20 september 2022 heeft het college de beslistermijnen op deze handhavingsverzoeken verlengd tot 1 juli 2023
4. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt.
5. Met het bestreden besluit van 7 maart 2023 heeft het college het bezwaarschrift van eisers niet-ontvankelijk verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

6. De rechtbank beoordeelt of het college terecht het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk heeft verklaard.
7. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
8. Een besluit waarbij de termijn om te beslissen op een verzoek om handhaving wordt verlengd, zoals hier aan de orde, is een beslissing die ziet op de procedure ter voorbereiding van een besluit. Op grond van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht is een dergelijke beslissing niet vatbaar voor bezwaar of beroep, tenzij deze beslissing de belanghebbende los van het voor te bereiden besluit rechtstreeks in zijn belang treft.
9. Daarvan is in het voorliggende geval naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Het belang van eisers bij het besluit om de beslistermijn te verlengen kan niet los worden gezien van hun belang bij de inhoudelijke beslissing(en) op de door hun ingediende handhavingsverzoek(en). [1] In hetgeen eisers hebben aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat in hun geval een uitzondering op de regel zou moeten worden gemaakt. [2]

Conclusie en gevolgen

Het beroep is ongegrond. Eisers krijgen daarom het griffierrecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier, op 27 oktober 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

1.Bij de rechtbank lopen op dit moment ook een aantal procedures van eisers gericht tegen de beslissingen van het college op hun handhavingsverzoeken.
2.Vaste jurisprudentie, zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 augustus 2015 met nummer ECLI:NL:RVS:2015:2653.