3.7.Bij het primaire besluit heeft het UWV geweigerd om aan eiseres per 31 augustus 2020 en 3 februari 2021 een WIA-uitkering toe te kennen. Tegen dit besluit heeft eiseres bezwaar gemaakt.
Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten.
4. Eiseres heeft aangevoerd dat zij zich niet kan vinden in de beslissing. Eiseres is van mening dat zij binnen vijf jaar na de beëindiging van de eerdere WIA-uitkering de toename van gezondheidsklachten heeft gemeld, dan wel dat zij zich tijdig opnieuw heeft ziekgemeld. Eiseres meent dat zij recht heeft op een WIA-uitkering vanaf 31 augustus 2020, dan wel vanaf 1 februari 2023.
Eiseres meent dat haar lichamelijke en psychische klachten van dien aard zijn dat zij niet in staat is bedrijfsmatige werkzaamheden uit te voeren.
Verweer van het UWV
5. Het UWV heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres zich met een verzoek van 31 augustus 2020 toegenomen arbeidsongeschikt heeft gemeld voor de WIA. Vervolgens heeft eiseres zich per 3 februari 2021 ziekgemeld vanuit de WW. Eiseres ontvangt vanaf 6 april 2021 een ZW-uitkering, na het bereiken van de maximale termijn van de WW-uitkering.
Met het bestreden besluit heeft het UWV vastgesteld dat eiseres met ingang van 31 augustus 2020 geen WIA-uitkering kan krijgen, omdat de WIA-uitkering meer dan vijf jaar daarvoor was beëindigd. Deze termijn staat een herleving van de uitkering in de weg. Het UWV baseert zich hierbij op artikel 57 van de Wet WIA. De verzekeringsarts b&b bevestigt het oordeel van de primaire verzekeringsarts dat herleving van de WIA-uitkering per 31 augustus 2020 niet aan de orde is. Met betrekking tot de ziekmelding per 3 februari 2021 merkt het UWV op dat eiseres inmiddels – na 104 weken – de wachttijd heeft bereikt. Er zal dan ook nog een WIA-beoordeling per 1 februari 2023 moeten gaan plaatsvinden.
Dat eiseres door lichamelijke en psychische klachten niet in staat is om te werken, wordt niet onderbouwd met (nieuwe) medische gegevens. Het UWV ziet daarom geen reden om het standpunt te wijzigen.
6. In dit geval kan uit het dossier worden afgeleid dat eiseres met haar melding van 31 augustus 2020 heeft bedoeld een beroep te doen op de regeling omtrent toegenomen arbeidsongeschiktheid na de eerdere WIA-beoordeling (herleving WIA). Daarna heeft eiseres zich per 3 februari 2021 ziekgemeld, vanwege een toename van de ervaren belemmeringen.
Dit betekent dat nu de vraag voorligt of het UWV op goede gronden heeft gesteld dat er geen sprake is van toegenomen beperkingen als gevolg van dezelfde ziekteoorzaak binnen vijf jaar na de eerdere WIA-uitkering en daardoor terecht de aanvraag heeft afgewezen.
De te beoordelen periode loopt van 26 augustus 2013 tot en met 25 augustus 2018.
De beoordeling van de toegenomen arbeidsongeschiktheid en de herleving van de uitkering
7. Het recht op een WIA-uitkering kan herleven indien iemand binnen vijf jaar, nadat de uitkering is beëindigd, omdat betrokkene minder dan 35 % arbeidsongeschikt is, toegenomen arbeidsongeschikt is. Van belang daarbij is dat die toegenomen arbeidsongeschiktheid dan moet voortvloeien uit dezelfde ziekteoorzaak. Volgens vaste rechtspraak wordt een dergelijke aanvraag beoordeeld aan de hand van een aantal stappen:
- Is er sprake van toegenomen beperkingen?
- Zo ja, vloeien deze voort uit dezelfde ziekteoorzaak (causaliteitsvereiste)?
- Zo ja, heeft de toename van deze beperkingen uit dezelfde oorzaak plaatsgevonden binnen vijf jaar na weigering, herziening of intrekking?