Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 augustus 2023 met producties 1 tot en met 6;
- de door mr. F. Kolkman ingediende producties 1 tot en met 3;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [gedaagden] c.s.
2.De feiten
- [eiser] is familie van de heer [naam] (hierna: [naam] ).
- Met verlof van de voorzieningenrechter heeft [gedaagden] op 31 mei 2023 conservatoir beslag gelegd op onder meer een bedrijfsauto, type DAF AE85 WC met [kenteken] (hierna: de paardenwagen) ten laste van [naam] en de vennootschap [bedrijf] BV (hierna: [bedrijf] ). Dit ter zekerheid voor voldoening van een gestelde vordering van € 285.000,00.
- De paardenwagen stond ten tijde van het beslag gestald bij een pensionstal in [plaats] .
- [eiser] heeft [gedaagden] c.s. verzocht het conservatoir beslag op de paardenwagen op te heffen omdat hij daarvan eigenaar zou zijn.
- [gedaagden] c.s. betwist dat de paardenwagen eigendom is van [eiser] .
3.Het geschil
primair
4.De beoordeling
€ 173,00(plus verhoging zoals vermeld in de beslissing)