ECLI:NL:RBZWB:2023:73
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting en de vraag naar onmiddellijk laden en lossen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 januari 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda beoordeeld. Het betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd na een controle op 16 december 2021. De heffingsambtenaar had het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard, waarop belanghebbende in beroep ging. De rechtbank heeft besloten geen zitting te houden, omdat partijen daarmee instemden.
De rechtbank overweegt dat belanghebbende zijn voertuig had stilgezet op een parkeerplaats zonder parkeerbelasting te betalen, terwijl hij slechts kort weg was om een diner op te halen. Belanghebbende stelde dat hij binnen drie minuten terug was en dat dit onder de uitzondering van 'laden en lossen' valt. De rechtbank legt uit dat de bewijslast voor deze uitzondering bij belanghebbende ligt. Volgens de rechtbank is er geen sprake van onmiddellijk laden of lossen, omdat de bestelling niet van een zodanige omvang of gewicht was dat deze niet op een andere manier kon worden opgehaald.
De rechtbank concludeert dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij aan de voorwaarden voor de uitzondering voldeed. De naheffingsaanslag blijft daarom in stand, en het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard. Dit betekent dat hij geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.