In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet. Eiser had eerder een voorschot van € 658,78 ontvangen, maar het college van burgemeester en wethouders heeft zijn aanvraag afgewezen en het voorschot teruggevorderd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing en is in beroep gegaan bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft over zijn woon- en leefsituatie, wat essentieel is voor het vaststellen van zijn recht op bijstand. Eiser heeft verklaard dak- en/of thuisloos te zijn, maar het college heeft naar aanleiding van administratief onderzoek en controles geconcludeerd dat de aanvraag niet kon worden goedgekeurd. Eiser heeft tijdens de zitting niet kunnen aantonen dat hij recht had op bijstand, ondanks het overleggen van verklaringen van zijn familie en bankafschriften.
De rechtbank oordeelt dat de bewijslast bij eiser ligt en dat hij niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan om zijn leefsituatie duidelijk te maken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders en openbaar gemaakt op 10 oktober 2023.