ECLI:NL:RBZWB:2023:710

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
AWB- 21_2059
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser in het kader van de WIA-uitkering

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. S.J.W.C. Lipman, en het UWV, vertegenwoordigd door mr. M.B.A. van Grinsven. Eiser had een WIA-uitkering aangevraagd, waarbij het UWV zijn arbeidsongeschiktheid op 58,90% had vastgesteld. Eiser was het niet eens met deze beoordeling en heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV, dat zijn bezwaar ongegrond had verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld zonder zitting, met instemming van beide partijen.

De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen van het UWV beoordeeld. Eiser voerde aan dat de rapporten onzorgvuldig waren omdat hij niet fysiek was onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft echter gemotiveerd dat een telefonische hoorzitting voldoende was gezien de aard van de klachten van eiser. De rechtbank oordeelde dat de rapporten zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat de verzekeringsartsen de klachten van eiser adequaat hadden beoordeeld.

De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiser voor 58,90% arbeidsongeschikt was. Eiser kreeg geen gelijk in zijn beroep, wat betekent dat de beslissing van het UWV om de WIA-uitkering op dit percentage vast te stellen, werd bevestigd. De rechtbank heeft ook bepaald dat eiser geen recht had op vergoeding van proceskosten of griffierecht, aangezien hij in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/2059

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser

(gemachtigde: mr. S.J.W.C. Lipman),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. M.B.A. van Grinsven).

Procesverloop

Met het besluit van 31 augustus 2020 (het primaire besluit) heeft het UWV aan eiser een uitkering toegekend op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is bepaald op 58,90%.
Met het besluit van 1 april 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Vanuit de Werkloosheidswet heeft eiser zich op 17 september 2018 bij het UWV ziekgemeld, waarna hij een uitkering op grond van de Ziektewet kreeg.
2. Vervolgens heeft het UWV de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet WIA beoordeeld.
3. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiser onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiser zijn per 14 september 2020. Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts opgenomen in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er vier functies zijn die eiser, met zijn beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiser met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 41,10% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 58,90%. Daarom krijgt eiser per 14 september 2020 een WIA-uitkering naar dit percentage.
4. Eiser heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiser gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen juist vastgesteld. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiser vindt

5. Eiser is het niet met het UWV eens. Hij stelt per datum in geding niet in staat te zijn om 30 uur per week te werken. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft eiser medische informatie vanuit de behandelend sector overgelegd. Daarnaast heeft hij een expertiserapport van een verzekeringsarts van [naam onderneming] overgelegd. Eiser wijst erop dat de verzekeringsarts van [naam onderneming] van mening is dat de onderzoeken door de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep onzorgvuldig zijn nu eiser door beide niet fysiek gezien is. Ook is de verzekeringsarts van [naam onderneming] van oordeel dat de beperkingen in de FML niet juist zijn vastgesteld. Eiser is, vanwege de mate van zijn depressieve stoornis, aangewezen op een verdergaande urenbeperking, namelijk 4 uur per dag en 20 uur per week. Ook is de verzekeringsarts van [naam onderneming] van mening dat de functies huishoudelijk medewerker gebouwen (sbc code: 111334) en schoonmaker hotel (sbc-code: 111332) de belastbaarheid van eiser overschrijden. Eiser verzoekt de rechtbank een deskundige in te schakelen.

Waarover het gaat in deze zaak

6. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser voor 58,90% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiser daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiser op 14 september 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

7. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiser bestudeerd. Er vond een telefonisch spreekuurcontact plaats. Hij beschrijft (onder andere) de klachten van eiser, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in haar rapport van 26 maart 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier met daarin informatie vanuit de behandelend sector bestudeerd. Ook heeft zij eiser gesproken op de (vanwege COVID) telefonische hoorzitting. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom zij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
10. Eiser voert in beroep aan dat de rapporten van de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep onzorgvuldig zijn omdat hij niet fysiek is gezien. In haar rapport van 17 juni 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gereageerd op deze beroepsgrond van eiser. Zij stelt dat het gegeven dat er geen fysiek spreekuurcontact of een fysieke hoorzitting heeft plaatsgevonden niet wil zeggen dat er geen zorgvuldig onderzoek heeft plaatsgevonden. Zij stelt dat ook zonder iemand te zien een zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek conform de ‘Onderzoeksmethoden standaard’ (LISV 2000) kan plaatsvinden. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep kon er in dit geval worden volstaan met een telefonische hoorzitting gezien de aard en mate van de aandoeningen van eiser (psychische problematiek vanwege psychosociale factoren, nek-, hand- en knieproblematiek). Een fysieke hoorzitting had volgens haar geen toegevoegde waarde gezien de onderliggende informatie. Zij wijst er onder andere op dat eiser, naast de wisselende pijnklachten, geen bewegingsbeperkingen ervaart. Daarnaast waren ten tijde van de datum in geding de behandelingen vanwege de psychische problematiek afgerond. Ook gebruikte eiser ten tijde van de datum in geding geen medicatie. De in bezwaar ingebrachte aanvullende informatie over de psychische problematiek van eiser was bekend en er zijn geen aandoeningen gemist. De rechtbank kan de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgen en is van oordeel dat de omstandigheid dat er geen fysiek spreekuur of fysieke hoorzitting heeft plaatsgevonden niet maakt dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest. De rechtbank vindt hierbij van belang dat er bij eiser vooral psychische problematiek speelt en in mindere mate fysieke klachten, die het best tijdens een fysiek onderzoek kunnen worden onderzocht. Daarnaast is van belang dat er uitgebreide medische informatie aanwezig is in het dossier.
11. Over de medische informatie die eiser in beroep heeft opgestuurd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gesteld dat deze informatie geen aanleiding geeft het eerder ingenomen standpunt te wijzigen.
12. De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiser en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
De medische beoordeling
13. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnoses depressieve episode en discopathie cervicaal/HNP. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. De verzekeringsarts heeft een urenbeperking aangenomen van maximaal 6 uur per dag en 30 uur per week.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 26 maart 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiser in stand kan blijven. Zij licht toe waarom terecht gesteld is dat er geen sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden. Verder is de verzekeringsarts bezwaar en beroep van mening dat de aangenomen fysieke beperkingen passend zijn omdat rekening gehouden wordt met de omstandigheid dat eiser is aangewezen op fysiek lichte arbeid. In bezwaar zijn er geen medische gegevens overgelegd waaruit blijkt dat er sprake is van een ernstigere medische situatie of van ernstigere beperkingen. Verder vindt de verzekeringsarts bezwaar en beroep de aangenomen beperkingen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren passend bij de aard en mate van de aandoening. Er wordt rekening gehouden met de omstandigheid dat eiser verminderd stressbestendig is. Volgens de verzekeringsarts bezwaar er beroep wordt er niet voorbijgegaan aan de aanwezige problematiek van eiser. Er is volgens haar ook geen medische reden om een forsere urenbeperking aan te nemen. Er is al rekening gehouden met het gegeven dat de aandoening gepaard kan gaan met energieverlies en dat overbelastingsverschijnselen kunnen optreden. Ook is er geen verminderde beschikbaarheid voor arbeid vanwege opname of deeltijdtherapie. Als er rekening wordt gehouden met de gestelde beperkingen en voorwaarden in arbeid, wordt voorzien in voldoende lage energetische belasting.
15. Eiser voert aan dat een grotere urenbeperking moet worden aangenomen en onderbouwd dat met een brief van zijn psycholoog van 22 oktober 2020. Daarnaast wijst hij op de standpunten van de door hem ingeschakelde verzekeringsarts van [naam onderneming]. Zij vindt dat er meer beperkingen moeten worden aangenomen in de FML. Zo is eiser volgens haar aangewezen op een voorspelbare werksituatie en een vaste, bekende werkwijze. Ook is eiser volgens haar aanvullend beperkt ten aanzien van het uiten van zijn gevoelens en moet er een urenbeperking gelden van 20 uur per week en 4 uur per dag.
16. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt in haar rapport van 17 juni 2022 dat een aanvullende beperking ten aanzien van een voorspelbare werksituatie niet aan de orde is. Uit de sociaal-medische beoordeling en de telefonische hoorzitting is namelijk niet gebleken dat er bij eiser sprake is van rigiditeit of dat hij behoefte heeft aan houvast en voorspelbaarheid. Daarnaast is er geen sprake van een aandoening die gepaard gaat met rigiditeit of behoefte aan voorspelbaarheid. Ook is een beperking ten aanzien van een vaste, bekende werkwijze niet aan de orde omdat eiser voldoende in staat is persoonlijke invulling te geven aan een functie, zoals blijkt uit het feit dat hij mantelzorg verleent. Ook is een beperking voor het uiten van eigen gevoelens niet aan de orde omdat er geen aandoening is waarbij deze beperking een rol speelt. Het betreft ook geen uiten van gevoelens, maar meer een probleem in de agressieregulatie, zoals de verzekeringsarts van [naam onderneming] ook aangeeft. Hiertoe zijn al beperkingen aangenomen ten aanzien van omgaan met conflicten, samenwerken en contact met klanten en hulpbehoevenden. Een beperking op nekbewegingen (retroflexie), zoals voorgesteld door de verzekeringsarts van [naam onderneming], is niet aan de orde volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep omdat het onderzoek van de verzekeringsarts van [naam onderneming] ruim na de datum in geding heeft plaatsgevonden. Daarnaast blijkt uit de sociaal-medische beoordeling dat eiser geen bewegingsbeperkingen aan de nek ervaart en dat hij ook geen behandelingen ondergaat ten aanzien van zijn nek. In haar rapport van 19 augustus 2022 voegt zij hieraan toe dat eiser tijdens het telefonisch spreekuur heeft aangegeven dat hij in 2015 een nekhernia had en dat hij soms klachten heeft in zijn armen, maar geen beperkingen ervaart. Ook gebruikt hij geen medicatie hiervoor. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dat bij een nekhernia de klachten meestal vanzelf over gaan. Gezien het tijdsverloop sinds 2015 is het volgens haar mogelijk dat eiser klachten ervaart, maar kan niet gesteld worden dat er sprake is van een onderliggende nekhernia waardoor een beperking in retroflexie van de nek moet worden aangenomen. Ten aanzien van de urenbeperking wijst de verzekeringsarts bezwaar en beroep op de sociaal-medische beoordeling waaruit blijkt dat eiser op wisselende tijden slaapt, maar dat als eiser slaapt, hij goed slaapt. Verder blijkt uit de sociaal-medische beoordeling dat eiser een actief dagverhaal heeft met mantelzorg, huishoudelijke taken (waaronder het schoonhouden van het huis van zijn moeder) en het doen van boodschappen. Er is niet gebleken dat er een noodzaak is voor recuperatie. Daarnaast wijst de verzekeringsarts bezwaar en beroep erop dat er pas aanleiding is voor een urenbeperking indien de gestelde beperkingen op andere onderdelen in de FML niet op voldoende wijze aan de erkende problemen van eiser tegemoetkomen. In haar rapport van 19 augustus 2022 geeft zij verder aan dat er geen onderbouwing is gegeven voor de stelling van de verzekeringsarts van [naam onderneming] dat een urenbeperking van 20 uur per week en 4 uur per dag is aangewezen.
17. Op 2 november 2022 heeft eiser een aanvullende rapportage van de verzekeringsarts van [naam onderneming] overgelegd. In deze rapportage reageert de verzekeringsarts van [naam onderneming] op het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 19 augustus 2022. De verzekeringsarts van [naam onderneming] geeft aan dat het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding vormt om haar standpunt, dat eiser op 14 september 202 meer beperkt was dan door het UWV is aangenomen, te herzien.
18. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft in haar rapport van 20 december 2022 aan dat de aanvullende rapportage van de verzekeringsarts van [naam onderneming] geen aanleiding geeft om haar standpunt te wijzigen. Er is geen sprake van nieuwe medische feiten die een ander licht werpen op de medische situatie die bekend was en waarop de belastbaarheid van eiser is beoordeeld.
19. Met het aanvullend beroepschrift van 16 januari 2023 verzoekt eiser de rechtbank nogmaals om een deskundige in te schakelen, omdat de verzekeringsarts van [naam onderneming] en de verzekeringsarts bezwaar en beroep het met elkaar oneens zijn.
20. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom ook de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. Belangrijk hierbij is dat alle medische informatie is meegewogen en dat er geen aandoeningen gemist zijn. De rechtbank ziet geen aanleiding de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen. De rechtbank twijfelt dus niet aan het oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en ziet daarom geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen, zoals eiser heeft verzocht.
De arbeidskundige beoordeling
21. Eiser voert aan dat hij de functies van huishoudelijk medewerker gebouwen (sbc-code: 111334) en schoonmaak hotel (sbc-code: 111332) niet kan uitvoeren omdat zijn belastbaarheid wordt overschreden ten aanzien van retroflexie van de cervicale wervelkolom.
22. De stelling van eiser dat hij de functies gezien zijn klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.

De conclusie van de rechtbank

23. Het UWV heeft de WIAuitkering van eiser per 14 september 2020 terecht bepaald op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 58,90%.
24. Het beroep van eiser is ongegrond. Dit betekent dat hij geen gelijk krijgt. Omdat eiser in beroep geen gelijk krijgt, worden de door hem gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 7 februari 2023 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.