Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 10 maart 2020 onder klager in beslag zijn genomen: een personenauto van het merk Mercedes, kleur grijs en voorzien van het [kenteken 1] en een personenauto van het merk Mazda, type CX-5 en voorzien van het [kenteken 2];
- het klaagschrift, ingediend op 13 februari 2023 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van de officier van justitie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
- het klaagschrift voor zover gericht tegen de inbeslagname van de Mercedes niet ontvankelijk;
- het klaagschrift voor zover gericht tegen de inbeslagname van de Mazda ongegrond.
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering)