ECLI:NL:RBZWB:2023:6898
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen bestreden besluit
Op 5 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Verzoeker had een verzoek ingediend om het college te veroordelen in de proceskosten, naar aanleiding van de intrekking van zijn beroep tegen een eerder bestreden besluit van het college van 22 juni 2022. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek. Het college heeft verzocht om geen proceskostenvergoeding toe te kennen, omdat het primaire besluit was ingetrokken wegens gewijzigde omstandigheden.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De rechtbank overweegt dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft het college echter het primaire besluit op verzoek van de vergunninghouder ingetrokken, en niet omdat het college aan verzoeker tegemoet is gekomen. Dit betekent dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden en dat verzoeker niet in zijn proceskosten kan worden vergoed.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) genoemd ter onderbouwing van haar beslissing.