ECLI:NL:RBZWB:2023:6863
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over bezwaar tegen kennisgeving kostenvergoeding en wettelijke rente in belastingrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 september 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een kennisgeving van kostenvergoeding waarin de inspecteur wettelijke rente heeft toegekend omdat de bedragen te laat zijn betaald. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze toekenning van wettelijke rente, maar de inspecteur heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van de belanghebbende kennelijk ongegrond is. Dit oordeel is gebaseerd op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in het belastingrecht, wat inhoudt dat alleen bezwaar kan worden gemaakt tegen beslissingen die in de belastingwetgeving als voor bezwaar vatbaar zijn aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de kennisgeving van de inspecteur geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dus niet voor bezwaar en beroep vatbaar is.
De rechtbank concludeert dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De klacht van de belanghebbende over het hoorrecht wordt verworpen, omdat er geen verplichting bestaat om een hoorgesprek te houden in deze situatie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat de belanghebbende het geschil kan voorleggen aan de burgerlijke rechter. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.