ECLI:NL:RBZWB:2023:6861
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen kostenvergoeding in belastingrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 september 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een kennisgeving van kostenvergoeding, waarbij de inspecteur wettelijke rente heeft toegekend omdat hij te laat heeft betaald. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze toekenning van wettelijke rente, maar de inspecteur heeft dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat in het belastingrecht een gesloten stelsel van rechtsmiddelen geldt, wat betekent dat alleen bezwaar kan worden gemaakt tegen beslissingen die in de belastingwetgeving als voor bezwaar vatbaar zijn aangemerkt. De kennisgeving van de inspecteur is geen besluit in de zin van de Awb, en daarom is het niet voor bezwaar en beroep vatbaar.
De rechtbank concludeert dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat het beroep ongegrond is. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om het geschil met de inspecteur voor te leggen aan de burgerlijke rechter. De rechtbank wijst ook op het ontbreken van aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.