ECLI:NL:RBZWB:2023:6688

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
BRE 23_3654
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaald griffierecht

Op 25 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster B.V. en de ontvanger van de Belastingdienst. Verzoekster had op 12 juli 2023 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend met betrekking tot een gelegd beslag. Voor dit verzoek was verzoekster griffierecht verschuldigd van € 365. De griffier heeft verzoekster hierover op 19 juli 2023 schriftelijk geïnformeerd via een aangetekende nota. In deze nota werd vermeld dat verzoekster niet-ontvankelijk verklaard kan worden indien het griffierecht niet binnen twee weken na dagtekening van de nota is overgemaakt op de aangegeven bankrekening.

Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is de nota afgehaald bij een PostNL-punt, maar uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Verzoekster heeft geen reden opgegeven voor dit verzuim. Gezien het ontbreken van betaling heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is op grond van artikel 8:82, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De voorzieningenrechter, mr. S.A.J. Bastiaansen, heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open, maar kan wel gelijktijdig met het rechtsmiddel tegen de einduitspraak in deze zaak worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/3654

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 september 2023 in de zaak tussen

[verzoekster] B.V., uit [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

De ontvanger van de Belastingdienst.

Motivering

Verzoekster heeft op 12 juli 2023 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend betreffende een gelegd beslag. Hiervoor is verzoekster griffierecht verschuldigd van € 365. De griffier heeft, bij aangetekende nota van 19 juli 2023, verzoekster daarover schriftelijk geïnformeerd.
De nota vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen twee weken na dagtekening van de nota is overgemaakt op de in de nota vermelde bankrekening. Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is de nota afgehaald bij een PostNL-punt.
Uit de administratie van de rechtbank blijft dat het griffierecht niet is ontvangen. Een reden voor dit verzuim is niet gegeven. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:82, derde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W.C.C. Koreman-de Bok, griffier, op 25 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. Dit kan worden ingesteld tegelijkertijd met het rechtsmiddel tegen de einduitspraak in deze zaak.