ECLI:NL:RBZWB:2023:6688
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaald griffierecht
Op 25 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster B.V. en de ontvanger van de Belastingdienst. Verzoekster had op 12 juli 2023 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend met betrekking tot een gelegd beslag. Voor dit verzoek was verzoekster griffierecht verschuldigd van € 365. De griffier heeft verzoekster hierover op 19 juli 2023 schriftelijk geïnformeerd via een aangetekende nota. In deze nota werd vermeld dat verzoekster niet-ontvankelijk verklaard kan worden indien het griffierecht niet binnen twee weken na dagtekening van de nota is overgemaakt op de aangegeven bankrekening.
Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is de nota afgehaald bij een PostNL-punt, maar uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Verzoekster heeft geen reden opgegeven voor dit verzuim. Gezien het ontbreken van betaling heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is op grond van artikel 8:82, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter, mr. S.A.J. Bastiaansen, heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open, maar kan wel gelijktijdig met het rechtsmiddel tegen de einduitspraak in deze zaak worden ingesteld.