ECLI:NL:RBZWB:2023:6668
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen leges voor watervergunning in verband met herinrichting jachthaven
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen V.O.F. en de heffingsambtenaar van Waterschap Brabantse Delta. De zaak betreft een beroep tegen een legesnota van € 10.000,- die aan belanghebbende was opgelegd voor het aanvragen van een watervergunning voor de herinrichting van een jachthaven. De heffingsambtenaar had op 13 oktober 2017 de legesnota verzonden, waarop belanghebbende bezwaar maakte. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 7 februari 2018, waarna belanghebbende op 14 maart 2018 beroep instelde.
De behandeling van het beroep werd meerdere keren uitgesteld in afwachting van bemiddelingsgesprekken. Uiteindelijk vond de zitting plaats op 1 juni 2023, waarbij de rechtbank besloot het beroep aan te houden tot 1 augustus 2023 om partijen de kans te geven tot overeenstemming te komen. Na te hebben vernomen dat er geen overeenstemming was bereikt, sloot de rechtbank het onderzoek op 2 augustus 2023.
De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar bevoegd was om de leges te heffen, aangezien belanghebbende een watervergunning had aangevraagd voor een project met bouwkosten van € 250.000,-. De rechtbank concludeerde dat de leges van € 10.000,- niet onredelijk hoog waren en dat belanghebbende niet had aangetoond dat het bedrag onbetaalbaar was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.