ECLI:NL:RBZWB:2023:6657
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke handhavingskwestie
Op 22 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een voorlopige voorziening vroeg tegen de afwijzing van haar handhavingsverzoek. Verzoekster, woonachtig in een appartementencomplex, had bezwaar gemaakt tegen het gebruik van een perceel door een derde partij, die volgens haar in strijd met het bestemmingsplan als sportschool werd gebruikt. Het college van burgemeester en wethouders van Breda had het handhavingsverzoek afgewezen, na een controle door een toezichthouder die geen overtredingen constateerde. Tijdens de zitting op 13 september 2023 werd het verzoek behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college en de derde partij.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen onomkeerbare gevolgen waren van het bestreden besluit en dat verzoekster het besluit op haar bezwaarschrift kon afwachten. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de procedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van de bezwaarprocedure een voorlopige maatregel te treffen. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster geen goede argumenten had aangedragen waarom zij de bezwaarprocedure niet kon afwachten, ondanks de ervaren geluidsoverlast. De uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, waar verzoekster naar verwees, werd niet gevolgd, omdat de omstandigheden in die zaak wezenlijk verschilden van de huidige.