ECLI:NL:RBZWB:2023:6382
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzuimboete opgelegd aan een belastingplichtige na indienen van een onjuist aangiftebiljet
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 8 september 2023, wordt het beroep van een belanghebbende tegen de verzuimboete van € 385 beoordeeld. De belanghebbende, die tot 31 december 2019 in Nederland woonde en daarna in België, had een aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2019 ingediend met een onjuist biljet. De inspecteur van de belastingdienst had de verzuimboete opgelegd omdat de belanghebbende niet tijdig aangifte had gedaan met het juiste biljet. De rechtbank ontving het beroepschrift op 8 juni 2022, na de wettelijke termijn van 27 mei 2022. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, omdat de belanghebbende het beroepschrift tijdig ter post had bezorgd in België. De rechtbank verklaart het beroep ontvankelijk en oordeelt dat de verzuimboete terecht is opgelegd, maar vermindert deze tot € 50, gezien de slechte financiële situatie van de belanghebbende. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en legt de verzuimboete opnieuw vast op € 50.