In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 1 februari 2022, waarin de gemeente Roosendaal documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) openbaar heeft gemaakt. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Oosterbroek, heeft verzocht om openbaarmaking van inkoop- en aanbestedingsdossiers met betrekking tot de ontwikkeling Bravis/Bulkenaar. De rechtbank heeft het beroep op 15 december 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college niet alle documenten openbaar heeft gemaakt en dat eiser bezwaar heeft gemaakt tegen dit besluit. De commissie voor de bezwaarschriften adviseerde om het bezwaar gegrond te verklaren, wat het college uiteindelijk deed met het bestreden besluit. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd hoe naar de gevraagde documenten is gezocht, wat leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat het college in beroep alsnog uitleg heeft gegeven.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit van 1 februari 2022 voor zover het betreft het verrichte onderzoek, en bepaalt dat het college het griffierecht en proceskosten aan eiser moet vergoeden. De rechtbank concludeert dat de economische en financiële belangen van de gemeente zwaarder wegen dan het belang van openbaarmaking van de documenten, maar dat het college in redelijkheid niet is overgegaan tot openbaarmaking van bepaalde bijlagen.