1.3Bij het primaire besluit van 12 augustus 2022 heeft de burgemeester, onder weerlegging van de zienswijze, de sluiting gelast van het perceel met de zich daarop bevindende woning en loods voor een periode van zes maanden, ingaande op 17 augustus 2022.
Eisers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben tevens de voorzieningenrechter gevraagd het bestreden besluit te schorsen. De burgemeester heeft toegezegd de uitspraak van de voorzieningenrechter af te wachten voordat tot sluiting wordt overgegaan.
Bij uitspraak van 28 augustus 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4962 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om schorsing van het primaire besluit afgewezen. De sluiting van het perceel is op 2 september 2022 geeffectueerd. Bij het bestreden besluit van 13 december 2022 heeft de burgemeester het bezwaarschrift van eisers ongegrond verklaard.
De sluiting is op 2 maart 2023 geëindigd. Niet in geschil is, en ook de rechtbank gaat er van uit, dat eisers nog belang hebben bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het sluitingsbevel.
2. Eisers hebben in beroep betoogd dat de burgemeester niet de bevoegdheid had om de woning zowel op de a-grond als de b-grond van artikel 13b van de Opiumwet te sluiten. Volgens eisers is niet bewezen dat drugs zijn aangetroffen. Er zijn slechts restanten aangetroffen die indicatief zijn getest en waarvan zij nooit resultaten te zien hebben gekregen. Daarnaast hebben zij betoogd dat hetgeen in de loods is aangetroffen niet duidt op voorwerpen om een volledig synthetisch drugslaboratorium of cocaïnewasserij op te zetten.
Subsidiair zijn eisers van mening dat de sluiting van het gehele perceel niet noodzakelijk en niet evenredig was.
3. Ingevolge artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:
a. een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
b. een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is.
Dit laatste betreft voorwerpen of stoffen die iemand voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn voor het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of vervaardigen van drugs.
4. Blijkens het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van 21 oktober 2022 heeft onderzoek van het in beslag genomen materiaal de aanwezigheid van amfetamine, cocaïne, cocaïne HCL, ecgonine en benzoylecgonine aangetoond. Deze stoffen zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet. Het NFI wijst er in dit verband op dat ingevolge artikel 1, tweede lid, van de Opiumwet voor toepassing van de Opiumwet en de daarop berustende bepalingen de zouten van de substanties (cocaïne HCL en benzoylecgonine) met die substanties worden gelijkgesteld. Het rapport geeft de volgende informatie over de monsters van het onderzoeksmateriaal:
- een blauw 200 liter dopvat met 16x lege vezelversterkte zakken met aan de binnenzijde bruine restanten (cocaïne aangetroffen);
- bruin, vochtig, op aarde gelijkend materiaal afkomstig uit een uitgehakt gat in het beton (amfetamine, cocaïne, ecgonine en benzoylecgonine aangetroffen);
- bruine vloeistof afkomstig uit 13x 20-liter jerrycans, alle vol (ecgonine aangetroffen);
- lichtgele vloeistof (op een bruine vloeistof) in 9x blauwe 20-liter jerrycans (bevat cocaïne);
- kleurloze vloeistof afkomstig uit 2x blauwe 120-liter ton (bevat ecgonine);
- crèmekleurig geklonterd poeder uit een metalen filter unit met een restant wit poeder aan de buitenzijde (bevat cocaïne);
- 3 liter bruine vloeistof afkomstig uit een witte 12-liter emmer (bevat ecgonine en benzoylecgonine);
- 50 liter lichtgele vloeistof uit een blauw 200-liter dopvat (bevat cocaïne);
- lichtgele vloeistof in een geheel gevulde blauwe 20-liter jerrycan (bevat cocaïne);
- kleurloze vloeistof (op een bruine vloeistof) uit een grijze 20-liter jerrycan (bevat cocaïne);
- 5 cm-hoge lichtgele vloeistof uit een zwarte 120-liter ton (bevat cocaïne);
- 258 jerrycans met circa 5.160 liter vervuilde ethylacetaat, waarvan een kleurloze vloeistof is getest op een lage concentratie cocaïne in een mengsel van ethylacetaat, MEK, hexaan en isomeren van hexaan.
- twee zwarte 60-liter tonnen die aan de binnenzijde zijn besmet met wit poeder (bevat cocaïne);
- lichtrode vloeistof uit een geheel gevulde witte 20-liter jerrycan (bevat ecgonine);
- stroperige bruine vloeistof uit 2 uitlopen van de lekbak van een hydraulische pers (bevat cocaïne);
- restanten wit poeder op de draaiplaat, deur en zijwanden van een magnetron (bevat cocaïne HCL);
- een witte emmer met transparante opengesneden zakken met circa 6 gram witte brokken (bevat cocaïne HCL);
- 2 cm-hoge pasteuze bruine drab-olie uit een (druk)reactieketel (bevat amfetamine);
- 2 grijze vuilniszakken gevuld met een geel-lichtbruine substantie (bevat benzoylecgonine en cocaïne);
- aan de binnenkant van 2 kunststof slangen (amfetamine).