ECLI:NL:RBZWB:2023:6327

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
AWB- 23_8930 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder bestuursdwang voor dakkapel

Op 8 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes als verweerder en een verzoeker die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van 30 mei 2023. Dit besluit betrof een last onder bestuursdwang die de verzoeker verplichtte om een dakkapel op zijn perceel aan de omgevingsvergunning te laten voldoen of de situatie te herstellen naar de eerdere staat. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dat hij niet genoeg tijd zou hebben om de dakkapel te verwijderen indien de beslissing op bezwaar ongunstig zou zijn.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de begunstigingstermijn voor het voldoen aan de last eindigt op 11 december 2023 en dat er een hoorzitting is gepland op 23 oktober 2023. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van onverwijlde spoed, zoals vereist volgens artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de verzoeker voldoende tijd had om te reageren op de beslissing op bezwaar en er geen acute noodzaak was om direct in te grijpen.

De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van griffier mr. P.H.M. Verdonschot, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/8930 GEMWT VV

uitspraak van 8 september 2023 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,
gemachtigde: [naam gemachtigde]
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van 30 mei 2023 (bestreden besluit) inzake de last onder bestuursdwang tot het ongedaan maken van de overtreding door de dakkapel op het perceel [straatnaam] 8 te [woonplaats] te laten voldoen aan de omgevingsvergunning OMG-2021-0478 of aan de situatie zoals die voorheen op het perceel aanwezig was.
Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. De voorzieningenrechter overweegt dat de begunstigingstermijn waarbinnen verzoeker aan de last moet voldoen eindigt op 11 december 2023. De hoorzitting naar aanleiding van het bezwaarschrift is gepland op 23 oktober 2023. Dit betekent naar verwachting van de voorzieningenrechter dat vóór 11 december 2023 de beslissing op bezwaar tegemoet gezien kan worden.
2.1
Verzoeker heeft desgevraagd telefonisch aangegeven dat niettemin sprake is van onverwijlde spoed omdat er mogelijk vóór 11 december 2023 wel een beslissing op bezwaar kan zijn, maar dat er dan, na een voor hem ongunstige beslissing op bezwaar en ongunstig oordeel van de voorzieningenrechter, te weinig tijd resteert om de dakkapel te verwijderen. Te meer omdat het dan winter is, aldus verzoeker.
2.2
De voorzieningenrechter overweegt dat een inhoudelijke behandeling van het verzoek op korte termijn in het voor verzoeker meest gunstige geval kan leiden tot schorsing van de last onder dwangsom tot 6 weken na de beslissing op bezwaar. Als die beslissing op bezwaar vóór 11 december 2023 genomen wordt en ongunstig voor verzoeker is, dan moet verzoeker weer een nieuw verzoek om schorsing indienen doen om verbeuring van dwangsommen te voorkomen. In die situatie resteert ook weinig tijd om de dakkapel te verwijderen. Als de beslissing op bezwaar onverhoopt niet vóór 11 december 2023 genomen wordt, dan staat het verzoeker vrij om in de week van 4 december 2023 een nieuw verzoek om schorsing hangende bezwaar in te dienen. Ook dan resteert weinig tijd om de dakkapel te verwijderen, maar de resterende begunstigingstermijn zal in alle gevallen tijdens de zitting door de voorzieningenrechter besproken worden.
3. Dit leidt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het verzoek moet worden afgewezen omdat geen sprake is van onverwijlde spoed als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 8 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier R.P. Broeders, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.