ECLI:NL:RBZWB:2023:6314
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet betalen griffierecht in belastingzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 september 2023 uitspraak gedaan in de zaken BRE 23/1227 en 23/1228. De belanghebbende had op 6 februari 2023 aangiftes inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen ingediend voor de jaren 2018 en 2019. De inspecteur van de belastingdienst had op 3 februari 2023 uitspraak gedaan over de bezwaren tegen de aanslagen voor die jaren. Aangezien de rechtbank bevoegd was om het beroepschrift te behandelen, zijn de aangiftes als beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat het griffierecht niet is betaald. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat de rechtbank toe om zonder zitting uitspraak te doen in dergelijke gevallen. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat het griffierecht, dat in dit geval tweemaal € 50,- bedraagt, tijdig betaald moest worden. De griffier had belanghebbende in een aangetekende brief van 23 maart 2023 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar belanghebbende heeft dit niet gedaan.
De rechtbank concludeert dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de beroepen plaatsvindt en dat de bestreden besluiten in stand blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.