ECLI:NL:RBZWB:2023:6299
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 september 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen over het jaar 2020 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien de griffier de belanghebbende tijdig heeft geïnformeerd over de betalingsverplichting en de termijn waarbinnen het griffierecht moest worden voldaan.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden betaald bij het instellen van beroep. De griffier heeft de belanghebbende in een brief van 29 december 2022 en een aangetekende brief van 27 januari 2023 herinnerd aan de betalingsverplichting. Ondanks deze herinneringen heeft de belanghebbende het griffierecht niet op tijd voldaan en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor is er geen aanleiding om het beroep inhoudelijk te beoordelen.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.