ECLI:NL:RBZWB:2023:6285
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 september 2023, wordt het beroep van de erven [belanghebbende] tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. Het beroep betreft een aanslag erfbelasting met het aanslagnummer [aanslagnummer]. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde van de belanghebbende, [naam], geen machtiging heeft ingediend. Dit verzuim is niet tijdig hersteld, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om de benodigde documenten aan te leveren.
De rechtbank legt uit dat iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging moet indienen. Het ontbreken van deze machtiging leidt ertoe dat de rechtbank het beroep niet kan behandelen. [naam] heeft wel meerdere brieven gestuurd naar de rechtbank, maar heeft niet voldaan aan de verzoeken om de machtiging in te dienen. De rechtbank heeft [naam] in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar dit is niet gebeurd.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat er geen reden is gegeven voor het verzuim en dat het beroep daarom niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.