ECLI:NL:RBZWB:2023:6279
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 september 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de ontvanger van de belastingdienst behandeld. Het beroep betreft de invorderingskosten van een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen in dergelijke gevallen.
De rechtbank legt uit dat het betalen van griffierecht een vereiste is voor het instellen van beroep. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 365,-. De griffier had de belanghebbende per aangetekende brief op 27 maart 2023 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien de belanghebbende dit niet tijdig heeft gedaan, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.