Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
. Juridisch kader
. Communicatie tussen de gemeente en Rijkswaterstaat
. Wijze van onderzoek
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 22 oktober 2021 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, waarin de openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) werd geweigerd. Eiser had op 20 november 2020 verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de communicatie tussen de gemeente en Rijkswaterstaat over een voorgenomen project. Het college had in een eerder besluit documenten openbaar gemaakt, maar eiser was van mening dat niet alle relevante documenten waren verstrekt. De rechtbank heeft het beroep op 15 december 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het college onvoldoende heeft aangetoond dat er geen verdere documenten beschikbaar zijn. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, omdat het bestreden besluit in strijd is met het motiveringsbeginsel. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover dat betrekking heeft op het verrichte onderzoek, maar laat de rechtsgevolgen van dat vernietigde deel in stand, omdat het college in beroep alsnog de wijze van onderzoek inzichtelijk heeft gemaakt. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die door het college moeten worden betaald. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 759,- en het griffierecht op € 184,-.