ECLI:NL:RBZWB:2023:6209

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
AWB- 22_1199
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen het besluit van de gemeente Roosendaal inzake openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 13 januari 2022 over de openbaarmaking van documenten in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Oosterbroek, heeft verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de communicatie tussen de gemeente Roosendaal en [ziekenhuis]. De rechtbank heeft op 15 december 2022 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, omdat het college onvoldoende inzicht heeft gegeven in de wijze waarop naar de gevraagde documenten is gezocht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover dat betrekking heeft op het verrichte onderzoek, maar laat de rechtsgevolgen van dat vernietigde deel in stand. Dit betekent dat het college alsnog moet voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Wob, en dat eiser recht heeft op vergoeding van griffierecht en proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat het college voldoende heeft aangetoond dat het niet over bepaalde documenten beschikt, maar dat het college niet heeft voldaan aan de motiveringsplicht. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de documenten wel onder het college berusten. De rechtbank benadrukt dat het aan eiser is om voldoende concrete aanknopingspunten te bieden voor zijn verzoek om openbaarmaking. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 augustus 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/1199 WOB

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. R. Oosterbroek),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, het college.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 13 januari 2022 (bestreden besluit) over de openbaarmaking van documenten in de zin van de Wet openbaarheid bestuur (hierna: Wob).
1.1.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 15 december 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en namens het college [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] .

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het beroep van eiser over zijn aanvraag om openbaarmaking van stukken op grond van de Wob. Zij doet dat mede aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4
. Feiten en omstandigheden
Eisers heeft op 9 oktober 2020 verzocht om openbaarmaking van documenten over de communicatie tussen de gemeente Roosendaal en [ziekenhuis] , in de vorm van brieven, (gespreks)verslagen/notulen, e-mailverkeer, rapporten en notities/memo’s, inclusief alle bijbehorende en relevante gegevens zoals bijlagen.
Het college heeft met het besluit van 21 december 2020 documenten openbaar gemaakt. Het college heeft niet alle informatie openbaar gemaakt op grond van artikel 10 en artikel 11 van de Wob.
Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Het college heeft op 24 juni 2021 in aanvulling op het besluit van 21 december 2020 meer documenten openbaar gemaakt.
De commissie voor de bezwaarschriften heeft op 13 september 2021 geadviseerd om het bezwaar (deels) gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen wat betreft het openbaar maken van agenda’s en het al dan niet openbaar maken van documenten over de herontwikkeling van de huidige locatie, onderzoek over de gevolgen voor Natura 2000, gegevens over gesprekken met omwonenden en gegevens over de inkoop- en aanbesteding en grondverwerving.
Het college heeft met het bestreden besluit het bezwaar (deels) gegrond verklaard en het besluit van 21 december 2020 herroepen.
5
. Juridisch kader
Uit de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) volgt dat, wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een bepaald document niet of niet meer onder hem berust en zo’n mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, het in beginsel aan degene is die informatie verzoekt om aannemelijk te maken dat, in tegenstelling tot de uitkomsten van het onderzoek door het bestuursorgaan, een bepaald document toch onder dat bestuursorgaan berust. [1]
De Afdeling heeft geoordeeld dat voor zover openbaarmaking wordt verzocht van documenten die niet bij het bestuursorgaan berusten maar wel bij het bestuursorgaan hadden behoren te berusten, van dit bestuursorgaan mag worden verwacht dat het al het redelijkerwijs mogelijke doet om deze documenten alsnog te achterhalen. [2]
6.
Uitvoeren van onderzoeken naar de herontwikkeling van [ziekenhuis]
6.1
Eiser heeft betoogd dat er gegevens over het uitvoeren van een (zorgvuldig) onderzoek naar de mogelijkheid voor een herontwikkeling bij het bestuursorgaan berusten. De vraag of het mogelijk is om de bestaande locatie van het ziekenhuis te herontwikkelen is in het kader van de planvorming, meer specifiek gelet op de ladder van duurzame verstedelijking, een essentiële vraag die door de gemeente en evenzeer door [ziekenhuis] beantwoord moet worden. Het is niet geloofwaardig dat daarvan geen communicatie dan wel overige documentatie aanwezig is. Er is geen onderzoek gedaan naar de e-mailboxen van de verantwoordelijke wethouders en de burgemeester. Er is op het hoogste niveau contact geweest tussen beide partijen over de ontwikkeling van het gebied Bulkenaar.
6.2
Het college heeft gesteld dat door de projectmanager en stedenbouwkundige is gezocht in hun e-mailboxen, in het zaaksysteem en in het projectdossier naar communicatie met [ziekenhuis] over het uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheid voor een herontwikkeling van de huidige locatie [ziekenhuis] . Er heeft destijds wel communicatie via Teams-vergaderingen plaatsgevonden en mogelijk ook mondelinge besprekingen, maar daarvan is geen schriftelijke verslaglegging gemaakt. In de gebiedsvisie staat een hoofdstuk over het onderwerp met betrekking tot het uitvoeren van onderzoek naar de mogelijkheid voor herontwikkeling van de huidige locatie. Dit is openbaar gemaakt.
6.3
De rechtbank is van oordeel dat het college voldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe naar de documenten is gezocht en dat het niet ongeloofwaardig voorkomt dat het college niet over de documenten beschikt. Dat het college niet heeft gezocht in de e-mailboxen van verantwoordelijke wethouders en de burgemeester, maakt niet dat het ongeloofwaardig is dat de documenten onder het college berusten. Het college heeft gezocht in de e-mailbox van de projectmanager en stedenbouwkundige, in het zaaksysteem en in het projectdossier. Indien de documenten onder het college berusten, zouden deze hierin gevonden moeten zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken of voldoende concrete aanknopingspunten te bieden dat de documenten wel onder het college berusten. Hierin is eiser niet geslaagd. Dat de oude locatie herontwikkeld moet worden, maakt niet dat hierover documenten zijn opgenomen.
7
. Documenten over de gevolgen voor Natura 2000-gebieden
7.1
Eiser heeft betoogd dat het college ten onrechte niet nader heeft onderzocht of er communicatie over het uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijke negatieve gevolgen voor het nabije Natura 2000-gebied aanwezig is. Eiser heeft niet alleen verzocht om de uitkomst van het onderzoek, maar ook om alle gegevens over de communicatie over het uitvoeren van het onderzoek.
7.2
Het college heeft gesteld dat de gemeente niet met [ziekenhuis] heeft gecommuniceerd over het Natura 2000-onderzoek. Dit is wel nagegaan door in de e-mailbox van de beleidsmedewerker landschap en van de projectmanager te zoeken naar de desgevraagde communicatie. Er heeft geen communicatie plaatsgevonden met [ziekenhuis] over mogelijke negatieve gevolgen voor omliggende Natura 2000-gebieden.
7.3
De rechtbank is van oordeel dat het college voldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe is gezocht naar de communicatie over het Natura 2000-onderzoek en dat het niet ongeloofwaardig voorkomt dat de communicatie niet onder het college berust. Het college heeft gezocht in de e-mailboxen van betrokken medewerkers. Als er communicatie over het Natura 2000-onderzoek aanwezig zou zijn, zou dit hierin zijn aangetroffen. Het is aan eiser om aannemelijk te maken of voldoende concrete aanknopingspunten te bieden dat de informatie toch onder het college berust. Hierin is eiser niet geslaagd. De enkele stelling dat er communicatie over het onderzoek zou moeten zijn, is daarvoor onvoldoende.
8
. Gegevens over inkoop, aanbesteding en grondverwerving
8.1
Eiser heeft betoogd dat het in het vooruitzicht stellen van een openbaarmaking, niet tegemoet komt aan het verzoek van eiser. Het college had de stukken met het bestreden besluit openbaar moeten maken.
8.2
Het college heeft in het bestreden besluit gesteld dat de documenten over de inkoop, aanbesteding en grondverwerving openbaar gemaakt zullen worden in het kader van het Wob-verzoek in het inkoopdossier. De documenten over de inkoop en aanbesteding zijn op 10 maart 2021 en 1 februari 2022 openbaar gemaakt door het college. Het college heeft verder gesteld dat er tussen de gemeente en [ziekenhuis] niet schriftelijk is gecommuniceerd over inkoop, aanbesteding en grondverwerving, omdat dit een aangelegenheid van [ziekenhuis] betreft.
8.3
De rechtbank is van oordeel dat het niet ongeloofwaardig voorkomt dat het college niet over communicatie over de inkoop, aanbesteding en grondverwerving beschikt. Eiser heeft verzocht om alle communicatie tussen de gemeente en [ziekenhuis] en daarmee ook de communicatie over de inkoop, aanbesteding en grondverwerving. Het college heeft gemotiveerd dat er geen communicatie aanwezig is. Het is aan eiser om aannemelijk te maken of voldoende concrete aanknopingspunten te bieden dat er wel communicatie over de inkoop, aanbesteding en grondverwerving onder het college berust. Hierin is eiser niet geslaagd. De enkele stelling dat het niet openbaar is gemaakt, is daarvoor onvoldoende.
9
. Massastudie
9.1
Eiser heeft betoogd dat de massastudie ten onrechte niet openbaar is gemaakt. In het verslag van de zesde stuurgroep [ziekenhuis] wordt gesproken over een massastudie die is uitgevoerd door [ziekenhuis] . De massastudie wordt ook benoemd in het verslag van de zevende stuurgroep [ziekenhuis] . Uit de bij het ontwerpbestemmingsplan behorende MER volgt niet welk deel van de MER voortvloeit uit de massastudie. Daarnaast volgt hieruit niet dat dit de versie is die wordt bedoeld in de verslagen. Het is niet relevant dat de massastudie is uitgevoerd door [ziekenhuis] . Aangezien het document de ruimtelijke ordening betreft, had ook navraag gedaan moeten worden bij de betrokken medewerkers van de afdeling ruimtelijke ordening of bij andere personen die vanuit hun vakgebied kennis hebben genomen van de massastudie. Ook is ten onrechte niet onderzocht of het document zich onder een van de betrokken wethouders berust.
9.2
Het college heeft gesteld dat de massastudie niet is uitgevoerd door het college, maar door [ziekenhuis] . Deze massastudie is uiteindelijk inhoudelijk verwerkt in de MER. Er is gezocht in de mailbox van de projectmanager, omdat hij op dit punt de aangewezen contactpersoon is met [ziekenhuis] .
9.3
De rechtbank is van oordeel dat het college voldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe naar de documenten is gezocht en dat het niet ongeloofwaardig voorkomt dat de massastudie niet onder het college berust. Het college heeft gezocht in de e-mailbox van de projectmanager. Gelet op het feit dat hij de contactpersoon met [ziekenhuis] is en de massastudie is uitgevoerd door [ziekenhuis] , zou de e-mailbox van de projectmanager de plek zijn waar deze massastudie aangetroffen kon worden. Het is aan eiser om aannemelijk te maken of voldoende concrete aanknopingspunten te bieden dat de massastudie wel onder het college berust. Eiser is hierin niet geslaagd.
10.
Communicatie tussen de gemeente en [ziekenhuis]
10.1
Eiser heeft betoogd dat niet alle communicatie tussen [ziekenhuis] en de gemeente is verstrekt. De eerste communicatie die openbaar is gemaakt zijn briefen uit 2018, terwijl uit die brieven zonder meer blijkt dat de gesprekken op dat moment al gaande waren. Er wordt gesproken over vervolggespreken en locatiegesprekken. Er zijn enkel een viertal brieven openbaar gemaakt en e-mailcorrespondentie over de uitnodigingen voor de stuurgroep. Het is niet geloofwaardig dat in de periode van januari 2017 tot en met 9 oktober 2020 geen schriftelijk contact is geweest tussen ambtenaren van de gemeente en [ziekenhuis] .
10.2
De rechtbank is van oordeel dat het niet ongeloofwaardig voorkomt dat onder het college niet meer communicatie tussen de gemeente en [ziekenhuis] berust. Het college heeft een uitgebreide zoekslag gemaakt naar alle documenten waar eiser om heeft verzocht. Het is aan eiser om aannemelijk te maken of voldoende concrete aanknopingspunten te bieden dat de communicatie wel onder het college berust. Hier is eiser niet in geslaagd. De enkele stelling dat er mee communicatie zou moeten zijn, is daarvoor onvoldoende.
11
. Wijze van onderzoek
Het college heeft pas in beroep gemotiveerd hoe naar de gevraagde documenten is gezocht. Nu in het bestreden besluit geen uitleg is gegeven over de wijze van onderzoek, is het besluit ondeugdelijk gemotiveerd. De rechtbank ziet aanleiding dat besluit in zoverre te vernietigen, maar de rechtsgevolgen van dat vernietigde gedeelte in stand te laten.

Conclusie en gevolgen

12.1
Het beroep is gegrond, omdat het bestreden besluit in strijd is met het motiveringsbeginsel. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit voor zover dat betrekking heeft op het verrichte onderzoek. De rechtbank laat met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Algemene wet bestuursrecht de rechtsgevolgen van het bestreden besluit voor zover dat wordt vernietigd in stand. Dit omdat het college in beroep alsnog de wijze van onderzoek inzichtelijk heeft gemaakt.
12.2
Omdat het beroep gegrond is, moet het college het griffierecht aan eiser vergoeden en krijgt eiser ook een vergoeding van zijn proceskosten.
12.3
Het college moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 759,-, omdat de gemachtigde van eiser een beroepsschrift heeft ingediend. Het beroep is gelijktijdig op zitting behandeld met de zaken BRE 21/4458, BRE 21/4463, BRE 22/1200, BRE 22/1207, BRE 22/1558 en BRE 22/4320. De proceskostenvergoeding voor het verschijnen op zitting dient eenmalig te worden vergoed. De proceskostenvergoeding is al toegewezen in de zaak BRE 21/4458.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 13 januari 2022, voor zover dat betrekking heeft op het verrichte onderzoek;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat vernietigde deel in stand blijven;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 759,- aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal, rechter, in aanwezigheid van mr. T.A.A. van Hooijdonk, griffier, op 31 augustus 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet openbaarheid van bestuur (Wob) (vervallen met ingang 1 mei 2022)
Artikel 1 van de Wob
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. document: een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat;
b. bestuurlijke aangelegenheid: een aangelegenheid die betrekking heeft op beleid van een bestuursorgaan, daaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering ervan.
Artikel 3, eerste lid, van de Wob
Een ieder kan een verzoek neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.

Voetnoten

1.ABRvS 31 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1430.
2.ABRvS 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:899.