In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 13 januari 2022 over de openbaarmaking van documenten in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Oosterbroek, heeft verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de communicatie tussen de gemeente Roosendaal en [ziekenhuis]. De rechtbank heeft op 15 december 2022 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, omdat het college onvoldoende inzicht heeft gegeven in de wijze waarop naar de gevraagde documenten is gezocht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover dat betrekking heeft op het verrichte onderzoek, maar laat de rechtsgevolgen van dat vernietigde deel in stand. Dit betekent dat het college alsnog moet voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Wob, en dat eiser recht heeft op vergoeding van griffierecht en proceskosten.
De rechtbank oordeelt dat het college voldoende heeft aangetoond dat het niet over bepaalde documenten beschikt, maar dat het college niet heeft voldaan aan de motiveringsplicht. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de documenten wel onder het college berusten. De rechtbank benadrukt dat het aan eiser is om voldoende concrete aanknopingspunten te bieden voor zijn verzoek om openbaarmaking. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 augustus 2023.