ECLI:NL:RBZWB:2023:6161

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
BRE-23_1912_1913
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, wordt beslist over de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, betreffende naheffingsaanslagen parkeerbelasting. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer de beroepen niet ontvankelijk zijn.

De rechtbank legt uit dat het betalen van griffierecht een vereiste is voor het instellen van beroep. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 50,-. De griffier had belanghebbende eerder in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van een aangetekende brief van 19 april 2023. Aangezien belanghebbende het griffierecht niet tijdig heeft betaald, verklaart de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordeelt en dat de uitspraken op bezwaar in stand blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/1912 en 23/1913

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 september 2023 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 13 februari 2023 betreffende de naheffingsaanslagen parkeerbelasting met aanslagnummers [aanslagnummer 1] en [aanslagnummer 2] .
1.1.
Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht eenmaal € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een ‘goede’ reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft belanghebbende het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 19 april 2023 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.

Conclusie en gevolgen

5. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordeelt en dat de uitspraken op bezwaar in stand blijven. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 6 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
(de rechter is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen)
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.