ECLI:NL:RBZWB:2023:6157
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens overschrijding van de beroepstermijn in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 31 januari 2023 betreffende de WOZ-beschikking van een object in [plaats] behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. In dit geval eindigde de termijn op 14 maart 2023. De belanghebbende heeft het beroepschrift op 13 maart 2023 op de post gedaan, maar de rechtbank gaat er op basis van het poststempel van uit dat het pas op 5 april 2023 op de post is gedaan, waardoor het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
De rechtbank legt uit dat als een beroepschrift te laat wordt ingediend, het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij het niet tijdig indienen verontschuldigbaar is. De belanghebbende heeft geen andere omstandigheden aangevoerd die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar maken. Daarom blijft de uitspraak op bezwaar in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank besluit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.