ECLI:NL:RBZWB:2023:6152
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, wordt het verzoek van belanghebbende B.V. om veroordeling van de heffingsambtenaar in de proceskosten afgewezen. De belanghebbende had eerder zijn beroep tegen het besluit van de heffingsambtenaar van 11 februari 2022 ingetrokken. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. De heffingsambtenaar stelde dat er geen sprake was van een tegemoetkoming aan het bezwaar van de belanghebbende, aangezien deze het beroep uit eigen overweging had ingetrokken.
De rechtbank oordeelt dat, om in aanmerking te komen voor proceskostenvergoeding, er sprake moet zijn van een tegemoetkoming door het bestuursorgaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende op 28 februari 2022 beroep had ingesteld tegen het bestreden besluit, maar dat er geen bewijs is dat de heffingsambtenaar aan het beroep tegemoet is gekomen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat het verzoek kennelijk ongegrond is.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.