In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 31 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal beoordeeld. Eiser had op 9 november 2020 verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de communicatie tussen de gemeente en de provincie Noord-Brabant over een voorgenomen ontwikkeling. Het college had op 28 oktober 2021 een besluit genomen waarin niet alle gevraagde informatie openbaar werd gemaakt, wat eiser aanvocht. De rechtbank heeft het beroep op 15 december 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende heeft aangetoond dat er geen verdere documenten beschikbaar zijn. Eiser heeft betoogd dat er meer correspondentie moet zijn geweest, maar het college heeft gesteld dat zij geen aanvullende e-mailcorrespondentie kan vinden. De rechtbank concludeert dat het college niet in redelijkheid heeft kunnen weigeren om bepaalde documenten openbaar te maken, met name agendapunten van een bestuurlijk overleg. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het betreft de weigering om deze documenten openbaar te maken en oordeelt dat het college het griffierecht en proceskosten aan eiser moet vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en de verplichtingen van bestuursorganen onder de Wet openbaarheid van bestuur.