ECLI:NL:RBZWB:2023:6146
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen uitspraak op bezwaar inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2018
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 6 januari 2023 behandeld. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2018. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard door de inspecteur, omdat het bezwaar niet tijdig was ingediend. De rechtbank bevestigt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn eindigde op 21 november 2019. Het bezwaarschrift van de belanghebbende, gedateerd op 17 augustus 2022, werd pas op 18 augustus 2022 ontvangen, wat betekent dat het te laat was ingediend. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat zij eerder een bezwaarschrift had ingediend, en dat de redenen voor de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar zijn.
Daarnaast wordt in de uitspraak opgemerkt dat het beroep tegen de ambtshalve beslissing van de inspecteur om de aanslag niet te verminderen, ook niet-ontvankelijk is. De rechtbank benadrukt dat voordat beroep tegen een ambtshalve beslissing kan worden ingesteld, eerst de bezwaarfase doorlopen moet worden. De rechtbank draagt de inspecteur op om het bezwaar tegen de ambtshalve beslissing alsnog in behandeling te nemen. De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond is en dat de uitspraak op bezwaar in stand blijft.