ECLI:NL:RBZWB:2023:6131
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestemming korpschef voor beveiligingswerkzaamheden en betrouwbaarheidseisen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van de korpschef om hem toestemming te onthouden voor het verrichten van beveiligingswerkzaamheden. De korpschef had op 10 januari 2023 besloten om de toestemming te onthouden, na een aanvraag van het beveiligingsbedrijf waar eiser stage liep. Eiser had eerder strafbeschikkingen ontvangen voor het aanwezig hebben van hennep en het overtreden van de maximumsnelheid, wat volgens de korpschef zijn betrouwbaarheid in twijfel trok. De rechtbank heeft het beroep op 16 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de korpschef aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de korpschef terecht heeft besloten om de toestemming te onthouden. De korpschef heeft de onthouding van toestemming gebaseerd op de a-grond van de Beleidsregels particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Bpbr), die stelt dat een persoon niet over de benodigde betrouwbaarheid moet beschikken om beveiligingswerkzaamheden te verrichten. De rechtbank concludeert dat de strafbeschikkingen van eiser, die onherroepelijk zijn, voldoende grond vormen voor de korpschef om de toestemming te weigeren. Eiser's argumenten dat de strafbeschikkingen niet relevant zouden zijn of dat hij zijn leven heeft gebeterd, worden door de rechtbank niet geaccepteerd.
De rechtbank benadrukt dat de korpschef beoordelingsruimte heeft en dat de betrouwbaarheid en integriteit van medewerkers in de beveiligingsbranche boven elke twijfel verheven moet zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de korpschef het besluit om toestemming te onthouden terecht in stand heeft gelaten. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.