ECLI:NL:RBZWB:2023:5867

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
403955 HO RK 22/663 (nadere kosten curator)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van de kosten voor de observator in een WHOA-procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 februari 2023 een beschikking gegeven in het kader van de WHOA-procedure van de besloten vennootschap [bedrijf01] B.V. De rechtbank had eerder op 24 november 2022 de bevoegdheid en de keuze voor een besloten akkoordprocedure vastgesteld. Op 13 december 2022 werd mr. F. Verhoeven aangesteld als observator, met een maximum bedrag voor zijn werkzaamheden van € 145.000,- exclusief btw en 5% opslag kantoorkosten.

De observator heeft op 10 februari 2023 aangegeven dat het eerder vastgestelde bedrag voldoende was voor de eerste zes weken van zijn werkzaamheden, maar dat hij verwachtte dat de WHOA-procedure nog twee maanden zou duren. Daarom verzocht hij de rechtbank om het maximum bedrag voor zijn werkzaamheden te verhogen naar € 200.000,- exclusief btw en 5% opslag kantoorkosten. Dit verzoek werd ondersteund door mr. B. van der Velden, de advocaat van [bedrijf01].

De rechtbank heeft de inschatting van de observator niet onredelijk gevonden en, aangezien er geen bezwaren van [bedrijf01] waren, heeft zij besloten het bedrag voor de werkzaamheden van de observator te verhogen tot € 345.000,- exclusief btw en 5% opslag kantoorkosten. De kosten komen ten laste van [bedrijf01], die voor de betaling zekerheid dient te stellen. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. M.D.E. Leppens.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Afdeling Insolventies – meervoudige kamer
Zittingsplaats Breda
Nadere vaststelling kosten observator
uitspraakdatum: 22 februari 2023
rekestnummers: 403955 HO RK 22/663
beschikking in de besloten akkoordprocedure van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf01] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
hierna ook te noemen: [bedrijf01] ,
advocaten: mrs. B.W.G. van der Velden en G.Á.C. Orbán.

1.De procedure

1.1.
Bij beschikking van 24 november 2022 zijn de bevoegdheid van deze rechtbank en de keuze voor een besloten akkoordprocedure vastgesteld.
1.2.
Bij beschikking van 13 december 2022 is mr. F. Verhoeven aangesteld als observator en is het bedrag dat zijn werkzaamheden ten hoogste mogen kosten vastgesteld op een bedrag van € 145.000,-, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten.
1.3.
Mr. F. Verhoeven (hierna: observator) heeft in zijn brief van 10 februari 2023 de rechtbank bericht dat het door de rechtbank bij beschikking van 13 december 2022 vastgestelde bedrag afdoende was voor zijn werkzaamheden gedurende de eerste zes weken. De observator heeft daarbij aangegeven dat hij verwacht dat de WHOA-procedure van [bedrijf01] in ieder geval nog twee maanden (februari en maart 2023) zal voortduren. Om die reden heeft hij de rechtbank verzocht het bedrag dat zijn werkzaamheden ten hoogste mogen kosten met een bedrag van € 200.000,00, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten te verhogen.
1.4.
Bij e-mailbericht van 17 februari 2023 heeft mr. B. van der Velden, voornoemd, laten weten dat het verzoek van de observator is afgestemd met [bedrijf01] en dat zij dit verzoek steunt.

2.De beoordeling

2.1.
De door de observator gegeven inschatting komt de rechtbank niet onredelijk voor. Nu er van de zijde van [bedrijf01] evenmin bezwaren naar voren zijn gebracht, zal de rechtbank het bedrag dat de werkzaamheden van de observator ten hoogste mogen kosten dienovereenkomstig verhogen. Gelijk in de beslissing van 13 december 2022 is bepaald, komen voornoemde kosten ten laste van [bedrijf01] en zal [bedrijf01] voor de betaling daarvan ten genoegen van de observator zekerheid dienen te stellen.

3.De beslissing

De rechtbank
- bepaalt dat het bedrag dat de werkzaamheden van de observator ten hoogste mogen kosten wordt verhoogd tot een bedrag van € 345.000,-, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten;
- bepaalt dat de kosten van de observator ten laste van [bedrijf01] komen en dat [bedrijf01]
voor de betaling daarvan ten genoegen van de observator zekerheid dient te stellen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.D.E. Leppens, voorzitter, mr. A.E. de Vos en mr. I.C. Prenger-de Kwant, rechters, en in aanwezigheid van C.W.E.M. Schipper-Heijmans, in het openbaar uitgesproken door mr. M.D.E. Leppens op 22 februari 2023.