Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 62 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een taakstraf van 240 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
[slachtoffer]van
€ 250,00, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
€ 5.407,72te betalen, waarvan € 407,72 aan materiële schade en
€ 5.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente zoals hiervoor bepaald;
62 dagen gijzelingkunnen worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;