Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 augustus 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam 1] , eiser,
Het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.
Inleiding
20 september 2021 gehoord over zijn bezwaar. Op 6 oktober 2021 heeft de commissie een advies uitgebracht aan Orionis. Vervolgens heeft Orionis met een besluit van 7 oktober 2021 (bestreden besluit) – conform het advies van de commissie – het bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat Orionis bij de intrekking is gebleven. Eiser is het hier niet mee eens en heeft daarom bij deze rechtbank beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Orionis heeft voor zijn verweer verwezen naar het verweerschrift uit de bezwaarfase.
[naam gemachtigde] . Voor eiser is ook verschenen als tolk in de taal Koerdisch Kurmandji
A. Zengin, tolknummer 2973.
Overwegingen van de rechtbank
Feiten waar de rechtbank van uitgaat
Grondslag bestreden besluit
Beroepsgronden
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- draagt Orionis op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt Orionis in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.868,-.