In deze zaak heeft verzoekster, F.S. Vastgoed B.V. uit Sint-Michielsgestel, beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van 12 juni 2023, waarin een omgevingsvergunning werd geweigerd voor de verbouwing en uitbreiding van een pand aan de [straatnaam] 22 te [plaatsnaam] naar vijf appartementen en kantoorruimte. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij stelt dat er grote financiële belangen zijn gemoeid met de voorgenomen werkzaamheden. De voorzieningenrechter heeft op 4 augustus 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij hij oordeelde dat er onvoldoende spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de procedure voor een voorlopige voorziening bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. Hij heeft daarbij artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast, dat vereist dat er sprake moet zijn van onverwijlde spoed. Verzoekster heeft aangevoerd dat de vergunning van rechtswege had moeten worden verleend en heeft verwezen naar een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland.
Echter, de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat verzoekster niet voldoende heeft onderbouwd dat er een financiële noodsituatie dreigt. De rechtbank heeft verzoekster eerder gewezen op de vereisten voor het aannemen van spoedeisend belang, maar verzoekster heeft geen objectieve en verifieerbare gegevens overlegd. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.