Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de startverklaring ex artikel 370 lid 3 Fw, gedeponeerd op 15 november 2022;
- de beschikking van de rechtbank van 24 november 2022, afkondiging afkoelingsperiode en beslissing ex artikel 379 Fw;
- de beschikking van de rechtbank van 5 december 2022, tijdelijke voorziening ex artikel 379 Fw;
- de beschikking van de rechtbank van 13 december 2022, aanstellen observator;
- de beschikking van de rechtbank van 23 december 2022, treffen van voorzieningen ex artikel 379/378 Fw;
- de beschikking van de rechtbank van 22 februari 2023, nadere vaststelling kosten observator;
- de beschikkingen van de rechtbank van 14 maart 2023, verlenging afkoelingsperiode;
- de beschikking van de rechtbank van 28 maart 2023, herstelbeschikking;
- de beschikking van de rechtbank van 24 april 2023, nadere vaststelling kosten observator;
- de beschikking van de rechtbank van 1 mei 2023, voorlopige verlenging afkoelingsperiode;
- het verzoekschrift van 2 mei 2023 van [bedrijf 1] ex artikel 383 lid 1 Fw tot homologatie van het akkoord, met daarbij onder andere het stemverslag;
- de beschikking van de rechtbank van 3 mei 2023, dagbepaling homologatiezitting;
- de zienswijze van 9 mei 2023 van de observator;
- de zienswijze van 10 mei 2023 van de MoCom
- het verzoekschrift van 10 mei 2023 van [aandeelhouder 1] N.V., [aandeelhouder 2] N.V. en [aandeelhouder 3] B.V. (hierna ook: de aandeelhouder) ex artikel 383 lid 8 Fw tot afwijzing van het homologatieverzoek;
- het verzoekschrift van 10 mei 2023 van [bedrijf 2] CO., Ltd. (hierna ook: [bedrijf 2] ) ex artikel 383 lid 8 Fw tot afwijzing van het homologatieverzoek;
- de akte aanvullende producties van 12 mei 2023 van de aandeelhouder;
- de akte aanvullende producties van 12 mei 2023 van [bedrijf 2] ;
- de akte aanvullende producties van 12 mei 2023 van de MoCom;
- de akte aanvullende producties van 13 mei 2023 van [bedrijf 1] ;
- de spreekaantekeningen van [bedrijf 1] van 15 mei 2023;
- de spreekaantekeningen van de MoCom van 15 mei 2023;
- de spreekaantekeningen van de aandeelhouder van 15 mei 2023;
- de spreekaantekeningen van [bedrijf 2] van 15 mei 2023;
- de spreekaantekeningen van de heer [naam 1] (Alvarez & Marsal) van 15 mei 2023.
- [naam 2] (bestuurder van [bedrijf 1] B.V.)
- [naam 3] (bestuurder van [bedrijf 1] B.V.)
- [naam 4] (Allen & Overy)
- [naam 5] (Allen & Overy)
- [naam 6] (Allen & Overy)
- [naam 7] (Allen & Overy)
- [naam 8] (Allen & Overy)
- [naam 9] (Allen & Overy)
- [naam 10] (EY)
- [naam 11] (EY)
- [naam 12] (Group Legal Manager van [bedrijf 1] B.V.)
- [naam 13] (Group Treasury Manager van [bedrijf 1] B.V.).
- [naam 14] (Loyens & Loeff)
- [naam 15] (Loyens & Loeff)
- [naam 16] (Danmarks Skibskredit A/S)
- [naam 17] (ING Bank N.V.)
- [naam 18] (ING Bank N.V.)
- [naam 19] (Norton Rose Fulbright)
- [naam 20] (Norton Rose Fulbright)
- [naam 21] (Norton Rose Fulbright)
- [naam 22] (Norton Rose Fulbright)
- [naam 23] (FTI)
- [naam 24] (FTI)
- [naam 25] (indirect aandeelhouder van [bedrijf 1] B.V.)
- [naam 26] (Alvarez & Marsal)
- [naam 1] (Alvarez & Marsal)
- [naam 27] (Jones Day)
- [naam 28] (Jones Day)
- [naam 29] (Jones Day)
- [naam 30]
- [naam 31]
- [naam 32]
- [naam 33] (Lid van de raad van commissarissen van [bedrijf 1] B.V.)
- [naam 34] (Allen & Overy)
- [naam 35] (Allen & Overy)
- [naam 36] (Allen & Overy)
- [naam 37] (Allen & Overy)
- [naam 38] (AXECO)
- [naam 39] (AXECO)
- [naam 40] (AXECO)
- [naam 41] (EY)
- [naam 42] (EY)
- [naam 43] (Lazard)
- [naam 44] (Lazard)
- [naam 45] (Lazard)
- [naam 47] (Lid van de RvC)
- [naam 46] (Lid van de RvC)
- [naam 47] (Adviseur RvC)
- [naam 48] (Allen & Overy)
- [naam 49] (Allan & Overy)
- [naam 50] (Allen & Overy)
- [naam 52] , Danmarks Skibskredit
- [naam 53] , Bank of America DAC
- [naam 54] , ING Bank N.V.
- [naam 55] , BNP Paribas
- [naam 56] , BNP Paribas
- [naam 57] , BNP Paribas
- [naam 58] , BNP Paribas
- [naam 59] , BNP Paribas
- [naam 60] , Deutsche Bank AG, London Branch
- [naam 61] Deutsche Bank AG, London Branch
- [naam 62] , DNB (UK) Limited
- [naam 63] , DNB (UK) Limited
- [naam 64] , DNB (UK) Limited
- [naam 65] , Coöperatieve Rabobank U.A.
- [naam 66] , ABN AMRO Bank N.V.
- [naam 67] , ABN AMRO Bank NV.
- [naam 68] , ABN AMRO Bank N.V.
- [naam 69] , ABN AMRO Bank N.V.
- [naam 70] , Norton Rose Fulbright LLP
- [naam 71] , Norton Rose Fulbright LLP
- [naam 72] , Norton Rose Fulbright LLP
- [naam 73] , Norton Rose Fulbright LLP
- [naam 74] , Norton Rose Fulbright LLP
- [naam 75] , Norton Rose Fulbright LLP
- [naam 76] , Norton Rose Fulbright LLP
- [naam 77] , FTI Consulting
- [naam 78] (tolk)
- [naam 79] (tolk)
- [naam 80]
- [naam 81] .
- een zienswijze van [bedrijf 1] van 24 mei 2023;
- een zienswijze van de observator van 24 mei 2023;
- een zienswijze van de aandeelhouder van 25 mei 2023;
- een zienswijze van de MoCom van 25 mei 2023.
2.De feiten
3.Het verzoek en de onderbouwing daarvan
Framework Agreement(hierna: FWA) aangegaan. Onder de FWA werd afgesproken dat de uitstaande kredieten (behoudens door de financiers te verlenen uitstel) op 31 maart 2021 zouden worden afgelost en is afgesproken om de bestaande overeenkomsten van de financiers te consolideren in één (raamwerk-)financieringsovereenkomst. In het kader van de FWA hebben de (meeste) groepsvennootschappen over en weer garanties verstrekt voor de verplichtingen van de andere groepsvennootschappen uit hoofde van bestaande kredietovereenkomsten en heeft de Groep ook aanvullende zekerheden verstrekt.
Monitoring Committee(MoCom), die onder de FWA namens het collectief aan financiers toezicht houdt op de Groep en daarbij ook als aanspreekpunt fungeert.
Restructuring Support Agreement(hierna: RSA) gesloten. De partijen die deze RSA hebben gesloten, verbinden zich ertoe de beoogde herstructurering te ondersteunen en daartoe, kort gezegd, alle relevante en noodzakelijke stappen te zetten.
NewCo).
ExitCo).
Exiting [goederen]) uitgegaan van de
Fair Market Value(FMV-methode) en voor wat betreft de te behouden [goederen] (
NewCo [goederen]) van de
Discounted Cashflow(DCF-methode). EY is daarbij uitgekomen op een reorganisatiewaarde van USD 840,3 miljoen tot USD 936,7 miljoen. De liquidatiewaarde is door EY bepaald op USD 465,5 miljoen tot USD 636,2 miljoen.
mid pointvan de door EY aangeven marge (USD 888,5 miljoen), een totale schuld aan de financiers van USD 876,6 miljoen en een door de beoogde herstructurering te bereiken aandeelhouderswaarde van USD 242,3 miljoen. De resterende
Equitywaarde van de Groep is (USD 888,5 miljoen minus USD 876,6 miljoen =) USD 11,9 miljoen, corresponderende met een aan de aandeelhouder te alloceren waarde van ((USD 11,9 miljoen : USD 242,3 miljoen) * 100%=) 4,91% in
NewCo, aldus [bedrijf 1] .
Scheme of Arrangementin Engeland nodig op het niveau van [bedrijf3] . In de
Scheme of Arrangementzullen de relevante schulden worden afgeschreven dan wel omgezet/aangepast, terwijl als onderdeel van het WHOA-akkoord de aandelen in [bedrijf3] zullen worden overgedragen van [bedrijf 1] aan de nieuw opgerichte Stichting [naam stichting] , die op haar beurt certificaten van aandelen in [bedrijf3] zal uitgeven aan iedereen die daar als onderdeel van de beoogde herstructurering recht op heeft.
Scheme of Arrangementzijn afhankelijk gesteld van elkaar, in die zin dat de beoogde herstructurering slechts doorgang kan vinden indien zowel homologatie van het WHOA-akkoord als bekrachtiging van de
Scheme of Arrangementplaatsvindt.
4.Uitslag stemming
NewCo, in de vorm van certificaten. Het resterende belang in de
NewCo(95,09%) wordt verdeeld over de klassen 1, 2 en 5.
5.Afwijzingsverzoek aandeelhouder
Exiting [goederen]ten onrechte geen acht is geslagen op de onlangs op deze
Exiting [goederen]uitgebrachte biedingen, (b) dat wat betreft de waarde van de
NewCouitgegaan had moeten worden van de FMV-methode in plaats van de DCF-methode, (c) dat binnen de gehanteerde DCF-methode is uitgegaan van een onjuiste verdisconteringsvoet en
(d) dat EY bij de berekeningen is uitgegaan van een veel te lage kaspositie.
6.Afwijzingsverzoek [bedrijf 2]
7.Zienswijzen observator en MoCom
8.De beoordeling
NewCoop een te laag percentage is vastgesteld. De aandeelhouder doet daarmee een beroep op de aanvullende afwijzingsgrond van artikel 384 lid 4 Fw.
februari 2023, waarin melding wordt gemaakt van een ‘
Closing balance TotalExposure’ van respectievelijk USD 809 miljoen, USD 819 miljoen en USD 816
miljoen;
(ii) de besluitvorming van het bestuur en de Raad van Commissarissen van [bedrijf 1] van
respectievelijk 19 en 20 december 2022 omtrent het aangaan van de RSA, waarin
staat vermeld dat
“the total pre-RED debt on 31 March 2023 is estimated atUSD 811m”;
toegenomen [activiteit] waarderingen per 31 december 2022, waarin wordt gerefereerd
aan een
“total exposure as per 31/12/2022 of USD 827,6mUSD (at 2.5%margin)”;
uitgegaan van een totale schuldenlast voor de Groep op basis van een
renteverlaging tot 2,5% per 1 september 2021, en de concept-jaarrekening 2022;
Term Sheet, opgesteld door de advocaat van de MoCom, d.d.
17 augustus 2021, vermeldende
“With effect from 1 September 2021, the Exposure will accrue cash Interest at therate set out in Annex 1 of this Restructuring Term Sheet (being LIBOR + 250bps)(and not at de default interest rate set out in clause 9.3 of the FrameworkAgreement and nor shall it accrue PIK Interest) and also from a record date,which will be (7) Business Days prior to RED (the Record Date), no furtherinterest will accrue.”;
2022, opgesteld door de financieel adviseur van de MoCom, vermeldende
(vii) de RSA van 26 januari 2023, vermeldende
“For the purposes of calculating Lenders’ entitlements at the completion of theRestructuring, with the effect from 1 September 2021 and conditional on theRestructuring Effective Date occurring, each Lenders’ Exposure will accrue cash
equity. Een dergelijke voorwaardelijkheid is naar het oordeel van de rechtbank voldoende terug te lezen in de RSA van 23 januari 2023, zoals deze hiervoor is aangehaald. Wat betreft de vermeldingen in de door de aandeelhouder genoemde financiële maandrapportages en (concept-)jaarstukken, heeft [bedrijf 1] aangevoerd dat deze zijn gebaseerd op de aanname dat de herstructurering zal slagen. Ditzelfde geldt voor de besluiten van bestuur en RvC betreffende het sluiten van de RSA, die op de financiële administratie gebaseerd zijn, aldus [bedrijf 1] . De rechtbank ziet onvoldoende aanleiding om aan de juistheid van deze uitleg te twijfelen. Wat betreft de
Term Sheeten de presentatie merkt [bedrijf 1] naar het oordeel van de rechtbank terecht op dat het hier concepten betreft, althans stukken die niet door (alle) financiers zijn ondertekend.
Equitywaarde is door [bedrijf 1] vastgesteld op USD 11,9 miljoen, maar zou volgens de aandeelhouder dus hoger moeten liggen.
NewCo [goederen]is ten onrechte gebruik gemaakt van DCF-methode in plaats van de
Fair Market Value, aangezien het plan is deze [goederen] binnen korte termijn te verkopen. Tevens is uitgegaan van de verkeerde verdisconteringsvoet. Deze is te hoog. Voor de
Exiting [goederen]geldt dat recent ontvangen biedingen niet meegenomen zijn bij de waardering. Ook is de hoogte van de kaspositie niet op de juiste wijze meegenomen in de waardebepaling.
going concernbasis worden geëxploiteerd en de
Fair Market Valuebij een verkoop op korte termijn.
NewCo [goederen]voldoende aannemelijk geworden dat, anders dan de aandeelhouder stelt, deze niet op korte termijn geliquideerd zullen worden. In de voorgenomen herstructurering is nu juist uitgegaan van een behoud van deze [goederen] ten behoeve van de financiers, die deze
going concernzullen gaan exploiteren. Waardering aan de hand van de DCF-methode is dan een gangbare methode om de waarde te bepalen. Voorts heeft de deskundige van [bedrijf 1] ter zitting gemotiveerd gesteld dat de door A&M gehanteerde verdisconteringsvoet te laag is. De door A&M gehanteerde verdisconteringsvoet (WACC) zou er op neer komen dat gerekend wordt met een kostenfactor die gelijk staat aan die voor risicovrij vermogen. Deze geldt voor staatsleningen, niet voor risicodragende leningen zoals hier sprake van is De waarde van de
NewCo [goederen]is dan ook met de juiste waarderingsmethode berekend.
Exiting [goederen]heeft [bedrijf 1] aannemelijk gemaakt dat deze op termijn, in overleg met de financiers, voor een deel solvent zal worden gemaakt en dus terecht middels de
Fair Market Valuemethode is gewaardeerd. De door de aandeelhouder gepresenteerde recente biedingen, die zijn van na presentatie van het rapport van EY, zijn indicatieve biedingen, geen bindende biedingen. Hoewel uit deze indicatieve biedingen een beeld lijkt op te rijzen dat de opbrengst mogelijk in het hoge einde van de door EY geschetste bandbreedte zit, is het naar het oordeel van de rechtbank te speculatief om te stellen dat [bedrijf 1] op het moment van het aanbieden van het akkoord aan haar schuldeisers en aandeelhouders – en dus het moment van het vaststellen van de aan te houden reorganisatiewaarde – niet mocht uitgaan van de door EY vastgestelde waardes van de
Exiting [goederen].
mid pointin de door EY gehanteerde bandbreedte is voldoende gemotiveerd. Het feit dat de financiers, die de grootste schuldeisers zijn, invloed op de onderneming hebben uitgeoefend met betrekking tot het vasthouden aan de
mid pointin plaats van de iets hogere, door de onderneming voorgestelde, reorganisatiewaarde van de
Exiting [goederen]maakt niet dat sprake is van een onverdedigbare keuze.
9.De beslissing
- homologeert het door [bedrijf 1] B.V. aangeboden akkoord;
- wijst af de verzoeken van [aandeelhouder 1] N.V., [aandeelhouder 2] N.V. en [aandeelhouder 3] B.V. en [bedrijf 2] CO., Ltd. tot afwijzing van het homologatieverzoek;
- wijst af het verzoek van [bedrijf 1] B.V. tot verlenging van de afkoelingsperiode.