In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I. Oztas, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres ontving sinds 9 mei 2019 een bijstandsuitkering, maar het college heeft deze uitkering ingetrokken op basis van vermoedens van zwarte inkomsten. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard.
Het college had eerder besluiten genomen om de bijstandsuitkering van eiseres over verschillende periodes in te trekken en een terugvordering van € 24.496,90 vast te stellen. Eiseres heeft betoogd dat zij geen werkzaamheden heeft verricht en dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar haar situatie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres de inlichtingenplicht heeft geschonden en dat het college terecht de bijstandsuitkering heeft ingetrokken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet tijdig de gevraagde bewijsstukken heeft ingediend en dat het college op basis van de beschikbare informatie tot de conclusie kon komen dat eiseres niet in bijstand behoevende omstandigheden verkeerde. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet in aanmerking kwam voor bijstand en dat de terugvordering gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.